In Nederland is een groot tekort aan eiceldonoren, waardoor wensmoeders zeer lang op een wachtlijst staan. Om het probleem aan te pakken, zou een landelijke campagne ingezet kunnen worden om het tekort onder de aandacht te brengen. Eiceldonatie is ingrijpender dan het doneren van sperma en daarom ligt de drempel hoger voor vrouwen om zich aan te melden als donor. Dit meldt Trouw.
Hoewel de eerste eicelbank van het land zo’n vijf jaar geleden startte, is er nog altijd een lange wachttijd voor vrouwen die zwanger willen worden door middel van een gedoneerde eicel. De overheid staat achter de donatie van bloed, organen en stamcellen, maar zou nog niet genoeg doen om eiceldonatie op de kaart te zetten. Een landelijke campagne kan helpen om meer vrouwen bereid te vinden om hun eicellen te doneren.
Toen de eicelbank net was opgericht, was er de vrees dat vrouwen alleen wilden doneren voor het geld. “De vergoeding (900 euro) is laag in verhouding tot wat je ervoor over moet hebben”, aldus Bart Fauser, emeritus-hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde en oprichten van de eicelbank in het UMC Utrecht. “We hebben het niet goed geregeld in Nederland. We zouden veel meer kunnen doen om donoren te krijgen.” Volgens Frauser zijn er stellen die daarom naar het buitenland uitwijken. In sommige landen wordt anoniem gedoneerd, waardoor een kind nooit de biologische moeder kan achterhalen. In Nederland is het niet langer mogelijk om anoniem te doneren.
Het doneren van eicellen is veel lastiger dan de donatie van sperma. Zo krijgen vrouwen twee weken lang hormooninjecties, vaginale echo’s om de eigroei te registreren en een punctie die pijnlijk is. De eicellen die geoogst zijn, worden eerst zes maanden in de vriezer gezet. In die tijd moeten bloedtesten uitwijzen of de moeder hiv of andere virale infecties in haar bloed had op het moment van oogsten. Pas daarna kan de eicel ontdooid worden en worden bevrucht voor de wensouders.
Door: Redactie Nationale Zorggids