Jeugdzorgaanbieders wisten afgelopen jaar een gemiddelde winst van 0,1 procent te behalen. Doordat ze er financieel slecht voorstaan, worden de wachtlijsten langer en moeten kinderen en jongeren soms naar een andere aanbieder om wel de juiste hulp te krijgen. Jeugdhulpaanbieders bieden onder meer pleegzorg, autismezorg, gesloten jeugdzorg en jeugd-ggz. Dit meldt NOS.
Als organisaties geen geld hebben, kunnen ze ook niet investeren in de zorg en personeel. Geld is nodig om meer kleinschalige en huiselijk alternatieven op te zetten, maar is er simpelweg niet. Inmiddels staat het water aan de lippen van de jeugdzorgaanbieders, zegt Mirjam van den Nieuwenhuijzen van Jeugdzorg Nederland. Locaties moeten dicht en verkocht worden om nog enigszins geld binnen te halen. Er is steeds minder aanbod van jeugdzorg in Nederland, waardoor de wachtlijsten steeds langer worden.
Decentralisatie
Toen jeugdzorg in 2015 de verantwoordelijkheid werd van gemeenten, zag de sector een spontane groei van zorgaanbieders. En dat kon ook, want gemeenten werkten soms met honderden bedrijven tegelijk samen. Maar inmiddels is het aantal gecontracteerde jeugdzorgaanbieders flink teruggedrongen. Sommige instellingen zijn hierdoor gegroeid, maar hebben tegelijkertijd de meeste geldproblemen. De oorzaken: hogere personeelskosten en het leveren van meer zorg dan is afgesproken. “Verschillende organisaties staan op omvallen, maar kunnen eigenlijk niet omvallen. Daar zijn ze te belangrijk voor. De gemeenten grijpen daarom in en bieden miljoenen aan extra steun.” Achttien jeugdhulpaanbieders dreigen failliet te gaan.
Hervormingsagenda Jeugd
De komende jaren zal het ook niet beter gaan, is de vrees. Het doel is om over drie jaar een miljard euro te hebben bespaard op de jeugdzorg en gemeenten krijgen flink minder geld van de overheid, wat de sector ook zal beïnvloeden. Tegelijkertijd zijn er plannen voor een meer efficiëntere jeugdzorg in de vorm van de Hervormingagenda. Van den Nieuwenhuijzen denkt dat deze plannen het verschil kunnen maken en is hierdoor enigszins positief over de toekomst van de sector.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky