Normal_pexels-cottonbro-studio-5465081__1_

Uit onderzoek blijkt dat mensen die zich antisociaal gedragen, geen onderscheid kunnen maken tussen positieve en negatieve feedback van anderen. Promovendus Ilse van de Groep van het Erasmus School of Social and Behavioral Sciences onderzocht jongvolwassen die in hun jeugd antisociaal waren én voor hun twaalfde al in aanraking waren gekomen met de politie. Dit meldt Erasmus University Rotterdam.

Vaak wordt er een verband gezien tussen jeugdcriminaliteit en een onveilige thuissituatie waarbij ouders verslaafd zijn of schulden hebben. Terwijl deze elementen belangrijk zijn bij het begrijpen van het gedrag van jongeren, zegt Van de Groep dat er meer speelt: “Je wilt ook begrijpen hoe ze zich gedragen en kijken of je verschillen kan verklaren aan de hand van hun gedrag zelf of de manier waarop hun hersenen werken.”

In het onderzoek werden antisociale jongvolwassenen vergeleken met een groep die dit gedrag nooit heeft getoond. De groepen moesten verschillende opdrachten voltooien terwijl ze in een MRI-scanner lagen. “Ik wilde graag weten hoe mensen feedback van anderen verwerken en hoe ze over zichzelf denken. Met een MRI-scanner kun je tijdens de taken zien welke hersengebieden meer activiteit laten zien en dus zien wat er in het brein gebeurt.”

Complimentjes

Tijdens de test wist de antisociale groep niet hoe ze feedback moesten interpreteren en zagen het sneller als negatief. Normaliter is het verschil tussen positief en negatief makkelijk te onderscheiden voor andere mensen, maar hieruit blijkt dat jongvolwassenen met antisociaal gedrag informatie anders verwerken.

Jongvolwassenen die eerder asociaal waren, maar daarmee gestopt zijn, lieten vergelijkbare resultaten zien. Echter konden zij uiteindelijk wel wenselijk gedrag laten zien na positieve en neutrale feedback. “Dat wijst er mogelijk op dat ze een mechanisme in hun brein hebben ontwikkeld waardoor ze hun gedrag beter kunnen aanpassen. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat het deze groep meer moeite kost en dat de betrokken hersengebieden daarom meer activiteit laten zien.”

Zelfbeeld

Ook bleek uit het onderzoek dat jongeren met hogere niveaus van psychopathische trekken een negatiever zelfbeeld hebben, vooral over hoe ze in sociale settingen zijn. “Zelfbeeld bij deze groep is nauwelijks onderzocht en dit is een van de eerste keren dat we dit met experimentele taken hebben kunnen aantonen. Meestal richt onderzoek zich op empathietaken. Maar antisociaal gedrag hangt niet alleen samen met hoe je naar anderen kijkt, maar ook met hoe je jezelf ziet.”

Toekomst

Verder onderzoek kan helpen bij het ontwikkelen van interventies in de toekomst. “Onderzoek naar omgevingsfactoren is ook belangrijk, maar iemands omgeving heb je weinig invloed op. Wanneer een jongere uit een slecht gezin komt kun je dat niet zomaar veranderen.”

Wel zal het mogelijk wat moeite kosten voor een vervolgstudie. In dit onderzoek kostte het namelijk enig inzet om jongvolwassen te vinden met aanhoudend antisociaal gedrag én mee wilden doen. Uiteindelijk hebben twaalf jongeren actief mee gedaan aan het experiment, tegenover de andere groepen van 40 deelnemers.

Door: Nationale Zorggids