Het studentenwelzijn staat steeds meer onder druk. Minister Robbert Dijkgraaf van onderwijs komt daarom met een aanpak om het welzijn van studenten in het mbo, hbo, en wo te versterken. Zo gaat hij in het hbo en wo samen met instellingen en studenten werken aan het voorkomen van stress en prestatiedruk. Ook komt er een landelijk programma om binnen mbo-, hbo-, en wo-instellingen de kennis over het verbeteren van studentenwelzijn te verbeteren. Dit meldt Rijksoverheid.
Veel onderzoeken, onder meer van het Trimbos-instituut, ECIO en RIVM naar stress en prestatiedruk, laten zien dat de mentale gezondheid van studenten steeds meer onder druk komt te staan. “En dat gaat me erg aan het hart. Ik wil dat het studentenwelzijn verbetert. Daarom neem ik samen met instellingen en studenten maatregelen om de stress en prestatiedruk te verminderen en studenten weerbaarder en veerkrachtiger te maken”, aldus Dijkgraaf.
Landelijk programma
Er komt een landelijk programma studentenwelzijn, om kennis en kunde te verspreiden in alle sectoren van het vervolgonderwijs. Mbo, hbo en wo kunnen van elkaar leren als het gaat om het verbeteren van het studentenwelzijn.
In het mbo is er al een zorgstructuur en zijn veel scholen al aangesloten bij de Gezonde School-aanpak. Minister Dijkgraaf versterkt de persoonlijke ontwikkeling van studenten door extra te investeren in loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Ook heeft hij afspraken gemaakt met scholen en studenten om samen tot beleid en voorzieningen te komen voor het welzijn van studenten.
Integrale aanpak studentenwelzijn
Ook in het hbo en wo staan persoonlijke ontwikkeling en regie hebben over je eigen leven centraal. Instellingen (UNL, VH) en studenten (ISO, LSVb) hebben, ondersteund door ECIO, samen een kader voor een integrale aanpak studentenwelzijn gemaakt. Minister Dijkgraaf trekt jaarlijks 15 miljoen euro uit om die aanpak op hogescholen en universiteiten mogelijk te maken.
Het gaat bij die aanpak op hogescholen en universiteiten om meer preventie, het voorkomen van stress en prestatiedruk. Denk daarbij aan het bespreekbaar maken van mentaal welzijn, extra aandacht voor de overgang naar universiteit of hogeschool en hulp bij het ontwikkelen van veerkracht en het herkennen van risicosignalen.
Daarnaast moet de ‘sense of belonging’ bij studenten worden versterkt: de mate waarin studenten zich thuis voelen op een onderwijsinstelling, de vrijheid ervaren om zichzelf te zijn en zich ondersteund voelen. Ten slotte behelst de aanpak het vergroten van kennis en kunde bij professionals en meer samenwerking tussen instellingen (ook buiten de eigen sector) en organisaties buiten het onderwijs zoals gemeenten en de GGD.