Een robot die in een verpleeghuis bewegingsoefeningen voordoet of online behandelingen in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) met informatie en oefeningen via een website of app op de telefoon. Dit zijn twee voorbeelden van e-health, digitale zorg. Mits goed gebruikt, geven e-healthvoorzieningen meer eigen regie aan cliënten op de zorg of behandeling die zij krijgen. De afgelopen jaren bezocht de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tien aanbieders van verpleeghuiszorg en veertien ggz-instellingen om te kijken naar hun inzet van e-health. Veel voorbeelden gingen goed, maar er zijn ook genoeg verbeterpunten, aldus IGJ.
In de ggz kunnen cliënten met online behandelingen en andere vormen van e-health hun eigen regie versterken op de zorg of behandeling die ze krijgen. Dat geldt ook voor bewoners van verpleeghuizen en hun familie. Ze krijgen inzage in cliëntendossiers via internet of een app op hun telefoon. Dat maakt overleg tussen bewoners, familie en zorgverleners beter en gemakkelijker. Dit gaat er dus goed. Ook is de IGJ te spreken over de betrokkenheid van cliënten, familieleden en de cliëntenraad bij nieuwe projecten of toepassen. Toch gebeurt dat nog niet overal, terwijl betrokkenheid van cliënten ervoor moet zorgen dat e-health aansluit bij hun behoeften.
Meestal is er voldoende aandacht voor het digitaal uitwisselen van gegevens met bijvoorbeeld collega-instellingen, apotheken en ziekenhuizen. Maar er gaat ook nog informatie op papier heen en weer. Bij het invoeren van e-health hebben de meeste zorgaanbieders aandacht voor het trainen van alle gebruikers en voor testen. En in de coronacrisis konden consulten per video het face-to-face-contact op locatie in de ggz soms vervangen.
Wat beter moet
De beveiliging tegen bedreigingen als storingen, hacken of gijzelsoftware is nog niet overal op orde. In de ggz voldoet ruim de helft van de bezochte instellingen aan de wettelijke normen, maar de rest nog niet. Wel hebben zij na het inspectiebezoek allemaal grote stappen gezet.
Nog lang niet alle zorgaanbieders hebben concreet beleid over e-health geformuleerd. Risicoanalyses vooraf en evalueren en bijsturen achteraf ontbreekt vaak. Daardoor moeten ze per project het wiel opnieuw uitvinden. Dat maakt het lastig steeds de eisen en wensen van cliënten en zorgverleners in de gaten te houden. Tot slot ziet de IGJ dat sommige organisaties niet genoeg deskundige medewerkers hebben om hun e-healthplannen waar te maken. Samenwerking met collega’s binnen de sector kan helpen.
Door: Nationale Zorggids