Afbouw gesloten jeugdzorg stagneert: jongeren krijgen niet de juiste zorg

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) uit kritiek op de af- en ombouw van de JeugdzorgPlus, de gesloten jeugdzorg voor jongeren met complexe problemen. Hoewel er stappen zijn gezet om gesloten plaatsingen te verminderen, ontbreekt het aan controle en effectieve alternatieven voor deze kwetsbare jongeren. Hierdoor krijgen jongeren niet de passende zorg die ze nodig hebben, zo stelt de IGJ in haar eindrapport. Dit meldt IGJ.

De verantwoordelijkheid voor de afbouw ligt bij jeugdzorgregio’s, gemeenten en zorgaanbieders, maar de besluitvorming verloopt traag en is onvoldoende. Hoofdinspecteur Angela van der Putten, benadrukt dat de aanpassing niet alleen symbolisch moet zijn, maar echt effect moet hebben: “De complexe problemen die deze jongeren hebben verdwijnen niet”, aldus Van der Putten.

Knelpunten en noodzakelijke verbeteringen

Er zijn afspraken gemaakt om de gesloten jeugdzorg te vervangen door andere vormen van intensieve hulp. Echter, de inspectie signaleert dat een landelijke aanjager niet kan ingrijpen bij vastgelopen beslissingen tussen verschillende partijen. Dit gebrek aan daadkracht belemmert een effectieve en tijdige oplossing voor deze jongeren. Daarnaast wijst de inspectie op ongewenste situaties, zoals jongeren die in grote groepen verblijven zonder voldoende individuele aandacht.

Aanbevelingen voor betere zorg

Om de juiste zorg te bieden, stelt de IGJ verschillende aanbevelingen voor. Allereerst moeten professionals voldoende tijd en middelen krijgen om de complexe problematiek van jongeren te begrijpen. Daarnaast is een verbeterde samenwerking tussen jeugd- en opvoedhulp, jeugd-ggz, en andere gespecialiseerde zorginstanties noodzakelijk. Tot slot pleit de IGJ voor een kwaliteitskader met duidelijke randvoorwaarden voor hulpverlening aan jongeren met complexe behoeften.

Ondanks de stagnatie en problemen omtrent de om- en afbouw van de gesloten jeugdzorg, sluit de inspectie het toezicht hierop af. Wel blijft de IGJ de ontwikkelingen hieromtrent volgen.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky