Bij mensen met adhd zijn vijf hersengebieden kleiner dan bij mensen zonder adhd. De verschillen zijn het duidelijkst bij kinderen en minder groot bij volwassenen. Dit blijkt uit de grootste neuro-imaging studie tot nu toe bij mensen met adhd. De gevonden verschillen kunnen de vertraagde hersenontwikkeling verklaren die karakteristiek is voor deze aandachtsstoornis. Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van Barbara Franke van het Radboudumc, zo meldt het ziekenhuis.
Adhd wordt gekenmerkt door symptomen van aandachtstekort, impulsiviteit en hyperactiviteit. Een op de twintig kinderen heeft hier last van en tweederde daarvan houdt symptomen in hun volwassen leven. Eerder hersenonderzoek liet vaak tegenstrijdige verschillen zien in de hersenen binnen de groep van mensen met adhd, waarschijnlijk door het gebruik van verschillende onderzoeksmethoden en een te kleine onderzoekspopulatie. De meest duidelijke afwijking zagen wetenschappers in de basale ganglia, het gedeelte van het brein dat betrokken is bij emotiecontrole en cognitie.
Binnen het internationale ENIGMA-ADHD consortium werden de gegevens van 23 eerdere studies naar de volumes van zeven hersengebieden opnieuw geanalyseerd. Hieruit bleek dat het totale hersenvolume kleiner was bij mensen met adhd, in vergelijking met gezonde proefpersonen. Specifiek waren de volumes van de amygdala en de hippocampus kleiner. Ook waren drie onderdelen van de basale ganglia-onderdelen verkleind. De verschillen waren het beste zichtbaar in kinderen en minder duidelijk in volwassenen. De onderzoekers veronderstellen daarom dat de vertraging in de ontwikkeling van het brein karakteristiek is voor adhd.
Het grootse verschil werd gevonden voor de amygdala. Dit hersengebied is waarschijnlijk gekoppeld aan adhd door de rol die dit hersengebied speelt bij emotieregulatie. De kleinere gebieden in de basale ganglia kunnen bijvoorbeeld verklaren waarom mensen met adhd liever snel een kleine beloning krijgen in plaats van een uitgestelde grote beloning. De rol van de hippocampus is minder duidelijk, maar mogelijk heeft dit ook met motivatie en emotieregulatie te maken. Daarnaast lieten de resultaten zien dat medicatie wel symptomen onderdrukt, maar geen effect heeft op de hersenvolumes van mensen met adhd.
“De hersenverschillen zijn zeer klein, ongeveer enkele procenten kleiner. Deze konden alleen gevonden worden doordat we een hele grote onderzoekspopulatie hadden. Internationaal samenwerken is dus een absolute must”, zegt onderzoeker Martine Hoogman van het Radboudumc. “Vergelijkbare verschillen in grootte zijn ook gevonden in andere psychiatrische aandoening zoals depressie.” Zij hoopt dat de resultaten meer begrip opleveren over adhd en bepaalde stigma’s kunnen ontkrachten, zoals het idee dat adhd komt door een slechte opvoeding, of alleen maar een label is voor moeilijke kinderen.
Door: Redactie Nationale Zorggids