'Weinig onderzoek gedaan naar kinderverwaarlozing en emotieregulatie'

Kinderverwaarlozing kan later in het leven leiden tot moeite met emotieregulatie. Dit kan grote psychologische effecten hebben, maar er is eigenlijk maar weinig onderzoek naar gedaan, stellen onderzoekers van de Open Universiteit. Zij pleiten voor meer en diepgaander onderzoek naar verwaarlozing van kinderen en het effect ervan op de regulering van emoties. Dit meldt OU.

Er zijn allerlei soorten kindermishandeling, waaronder fysieke en mentale mishandeling. Ook komt verwaarlozing vaak voor, waarbij een kind meestal geen ruimte krijgt om zich te ontwikkelen. Dit kan gaan om emotionele ontwikkeling, ontwikkeling op school of ontwikkeling op het gebied van gezondheid en voeding. De korte- en langetermijngevolgen zijn vaak niet te overzien. Volwassenen kunnen hierdoor te maken krijgen met depressies, angststoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en PTSS (posttraumatische stressstoornis). Maar wat is nu het effect op de regulatie van emoties? Daarover is nog niet veel bekend, terwijl het mentale welzijn daar enorm bij is gebaat.

Eenzijdige onderzoeken

Volgens drie onderzoekers van de Open Universiteit zijn er niet veel onderzoeken gedaan naar de relatie tussen kinderverwaarlozing en emotieregulatie op volwassen leeftijd. Veel onderzoeken zijn daarbij ook nog eens vrij eenzijdig, vooral in de onderzochte doelgroep. Vaak gaat het om jongvolwassenen van het vrouwelijke geslacht en studenten. In de opzet van de 25 gevonden studies vonden ze ook diverse knelpunten, zoals het gebrek aan onderscheid tussen de typen verwaarlozing of bleven sociaaleconomische factoren buiten beschouwing. Deze factoren kunnen wel degelijk een effect hebben op iemands vermogen om emoties te reguleren.

“Met deze concrete aanwijzingen kan toekomstig onderzoek zich richten op concrete kennislacunes. De hoop is dat dit zal leiden tot effectieve behandelingen en ondersteuning voor kinderen en volwassenen die op jonge leeftijd te maken hebben gehad met verwaarlozing”, aldus de Open Universiteit.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky