Normal_kinderen_taal_peuters

(Novum) - Het onderwijs voor peuters en kleuters met een achterstand schiet ernstig tekort. Dat meldt de Volkskrant woensdag op basis van een rapport van de Onderwijsinspectie dat deze week naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Het is voor het eerst dat zo'n grootschalig onderzoek is gedaan naar vroeg- en voorschoolse educatie in Nederland.

Gemeenten weten vaak niet of de juiste kinderen worden bereikt en achter de zorg voor kinderen ontbreekt vaak een strak plan. Ook worden ouders amper betrokken bij de activiteiten.

De inspectie bekeek 5300 locaties en bezocht ruim zestig procent ervan. Bij meer dan de helft van die bezoeken bleek de kwaliteit onvoldoende. Bij 59 procent van de voorschoolse educatie bleken geen afspraken gemaakt met de basisschool over de lessen. Ook wordt onvoldoende ingespeeld op onderlinge niveauverschillen van kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de aanpak van achterstanden, maar vooral kleine gemeenten schieten tekort. Slechts in vijftien procent van de gemeenten zijn afspraken gemaakt over wat de resultaten van de voor- en vroegschoolse educatie moeten zijn. Verder blijkt zestig procent van de gemeenten te weinig plekken te creëren voor kinderen met een achterstand met het geld dat ze daarvoor krijgen.

Jaarlijks gaat er 355 miljoen euro naar vroeg- en voorschoolse educatie, waarmee 45 duizend peuters en kleuters moeten worden bediend. De programma's moeten onderwijsachterstanden tegengaan bij kinderen van 2,5 tot 6 jaar oud.

Staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD) noemt het rapport volgens de krant 'zeer kritisch'. "Dit is een wake-upcall voor wethouders en gemeenteraden. Het rapport is een pregnant signaal dat we er nog lang niet zijn", aldus Dekker.