Eind december publiceerde Rijksoverheid rapporten over het aanbod en de vraag naar geestelijke gezondheidszorg (ggz). De rapporten zijn nog niet volledig, maar laten volgens MIND wel zien dat er meer vraag is dan aanbod. De behandelcapaciteit voor cruciale ggz moet omhoog, vooral in traumacentra en voor behandelingen voor aandoeningen zoals DIS (dissociatieve identiteitsstoornis). Zodra het ministerie van Volksgezondheid weer de begroting gaat behandelen, moet hiervoor ruimte worden opgenomen, roept MIND op.
MIND is niet verrast door de voorlopige resultaten van de inventarisatie van de cruciale ggz. Deze laten zien dat de vraag veelal groter is dan het aanbod. Voor bijna alle doelgroepen wordt verwacht dat de bovenregionale en cruciale zorgvraag de komende jaren toeneemt. “Daarbij speelt (somatische) comorbiditeit en multimorbiditeit door alle onderzochte doelgroepen heen”, schrijft demissionair minister Conny Helder van Volksgezondheid en Langdurige Zorg.
Inventarisatie niet compleet
Hoewel de belangenorganisatie voor een psychisch gezonder Nederland blij is met de eerste aanzet, waarschuwt MIND ook voor ontbrekende informatie. Inzicht in mensen die geen passende zorg ontvangen is er bijvoorbeeld niet, ook niet voor mensen die geen zorg krijgen maar dat wel nodig hebben. Ook is de aanbodzijde van de inventarisatie volgens MIND niet compleet. Zo is het huidige beeld opgesteld vanuit input van de regio’s, maar de input van ervaringsdeskundigen ontbreekt bijvoorbeeld. Om beide kanten vollediger te maken moet er ook met cliënten en naasten worden gewerkt. Of de inventarisatie nuttig blijkt en mee zal wegen bij dreigende sluitingen van ggz-instellingen moet nog maar blijken.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky