Vanaf 2022 gaat de het woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen in. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) waarschuwt echter voor de uitvoerbaarheid ervan, en dan met name op het gebied van financien. Dit meldt Skipr.
335 gemeenten zijn door het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel vanaf 2022 verantwoordelijk voor het beschermd wonen. Het woonplaatsbeginsel houdt in dat de gemeente van de feitelijke woonplaats van de persoon die begeleid wonen nodig heeft, (financieel) verantwoordelijk is . Het doel is duidelijkheid scheppen over welke gemeente verantwoordelijk is voor wie. Bovendien is het de bedoeling dat gemeenten hierdoor meer investeren in preventie en lokale voorzieningen.
Overhevelen budget en patiënt
Hoewel de VNG ziet dat het voorstel uitvoerbaar is, zijn er hier en daar nog problemen die voor 2022 opgelost moeten worden. Want bij de invoering van het woonplaatsbeginsel, verandert er nog meer. Het verdeelmodel voor het budget voor beschermd wonen wordt vernieuwd en omdat een groep ggz-patiënten vanaf dan onder de Wet langdurige zorg (Wlz) valt, moet het geld dat daarvoor bedoeld was in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) naar de Wlz.
“De onbekendheid met het budget dat gemeenten zullen overhouden voor de uitvoering van beschermd wonen en de samenhang en complexiteit van de verschillende bouwstenen van het Expertiseteam zorgen voor onrust bij gemeenten”, aldus de VNG. Daarbij hebben gemeenten de afgelopen jaren flinke tekorten opgelopen binnen het sociaal domein en is het jaar 2020 extra zwaar vanwege de coronacrisis.
Herkomstgemeente achterhalen
Dan is er nog het probleem van het achterhalen van een herkomstgemeente. Dit blijkt lastig bij sommige patiënten in de ggz die zich buiten hun eigen gemeente aanmelden voor beschermd wonen. Hun herkomstgemeente is dan namelijk financieel verantwoordelijk én moet de beste plek voor de patiënt vinden. In sommige gevallen zal dit ertoe leiden dat patiënten van het kastje naar de muur gestuurd worden tussen gemeenten.
Verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid gaat in december in gesprek met de VNG en minister van Binnenlandse Zaken. Daarbij zal ook gesproken worden over de door de VNG uitgevoerde uitvoeringstoets. Eind dit jaar volgt een voortgangsrapportage.
Door: Nationale Zorggids