Medisch specialisten die twijfelen over de behandeling van depressieve patiënten, kunnen gemakkelijker een keuze maken als zij een hersenscan in handen hebben. MRI-scans tonen namelijk de effectiviteit van antidepressiva en cognitieve gedragstherapie aan, zo blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse Emory University. Dat meldt NU.nl.
Twaalf weken lang werden de deelnemende depressieve patiënten behandeld met antidepressiva of met cognitieve gedragstherapie. Voorafgaand aan de twaalf weken ondergingen zij een MRI-hersenscan. De wetenschappers stelden na de onderzoeksweken aan de hand van de scan vast dat de behaalde resultaten te maken hadden met de toestand van de hersenen vóór het onderzoek.
Of patiënten goed reageerden op therapie of antidepressiva bleek afhankelijk van positieve of negatieve verbindingen van het hersengebied waar emoties verwerkt worden met drie andere gebieden in de hersenen. Patiënten met positieve verbindingen hebben meer baat bij therapie en negatieve, of zelfs geen, verbindingen betekende een grotere kans op genezing middels antidepressiva.
“Geen depressie is hetzelfde en net als verschillende vormen van kanker vragen verschillende vormen van depressie verschillende soorten behandelingen. Door deze scans kunnen we de patiënt de behandeling geven die het beste bij hem of haar past”, aldus hoofdonderzoeker Helen Mayberg.
Door: Redactie Nationale Zorggids