Logo_openbaar-ministerie

(Novum) - Het Openbaar Ministerie gaat niemand vervolgen voor de dood van een psychiatrisch patiënt in 2009. Raymond Westendorp overleed in het ziekenhuis in Deventer omdat hij niet genoeg adequate medische zorg kreeg, maar er is onvoldoende hard bewijs om daarvoor iemand succesvol strafrechtelijk te vervolgen, concludeert het OM Oost-Nederland maandag.

De zaak van Westendorp kwam in 2011 aan het licht toen het EO-programma De Vijfde Dag aandacht aan de kwestie besteedde. De man belandde in 2009 in een isoleercel van ggz-instelling Dimence, nadat hij een zelfmoordpoging had gedaan.

Tijdens zijn verblijf in de instelling werd hij meerdere keren naar een ziekenhuis in Deventer gebracht omdat hij zichzelf bleef verwonden. Het ziekenhuis weigerde echter de lastige en onberekenbare patiënt op te nemen. Op 8 augustus werd hij in comateuze toestand naar het ziekenhuis gebracht, waar hij een dag later overleed aan zijn verwondingen.

Na de dood van Westendorp werd een onderzoekscommissie ingeschakeld in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Die concludeerde dat de zorg door de betrokken specialisten van zowel Dimence als het Deventer Ziekenhuis onvoldoende was.

Het OM trekt na bestudering van de dossiers dezelfde conclusie als de inspectie, namelijk dat er tekortgeschoten is in de behandeling van Westendorp. Ook de samenwerking tussen Dimence en het ziekenhuis was onvoldoende.

Om iemand te vervolgen voor dood door schuld moet echter rechtstreeks aantoonbaar zijn dat Westendorps dood is veroorzaakt door 'aanmerkelijk onachtzaam handelen door de betrokkenen'.

Ook is volgens het OM juridisch niet aantoonbaar dat Westendorp bij ander medisch ingrijpen in leven zou zijn gebleven en kan zijn dood niet op één individuele zorgverlener worden verhaald. Verder is niet gebleken dat hulpverleners de man opzettelijk aan zijn lot overlieten.

De IGZ besloot in 2011 al af te zien van een gang naar de tuchtrechter. Dat werd wel overwogen, maar de inspectie concludeerde toen eveneens dat Westendorps dood niet een of enkele individuen aan te rekenen was.