Campagnes om mensen hun leefstijl te laten veranderen hebben vaak geen succes. Het is moeilijk om mensen gezonder te laten eten of meer te laten bewegen. Twaalf gedragswetenschappers roepen daarom in een position paper op om gedragsexpertise veel eerder in te zetten bij het ontwikkelen van nieuw beleid. Op 31 augustus overhandigden ze deze paper aan staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Dat meldt het LUMC.
"Als we gedragsexpertise niet eerder inzetten dan redden we het gewoon niet om een duurzaam gezonder land te worden", zegt Marieke Adriaanse, hoogleraar Gedragsinterventies in Population Health. Van oudsher richt de gezondheidszorg zich vooral op genezen en minder op preventie. Medicijnen en medische ingrepen spelen doorgaans de hoofdrol in onze gezondheidszorg. De toename van chronische, vaak leefstijlgerelateerde aandoeningen zoals diabetestype 2 en hart-en vaatziekten, vragen om een andere aanpak. Om langer gezond te leven, is gedragsverandering nodig bij mensen met een ongezonde levensstijl, patiënten en zorg- en beleidsprofessionals.
Gedrag veranderen is complex, kost tijd en geld. En aan dat laatste ontbreekt het vaak. Andrea Evers, hoogleraar Gezondheidspsychologie: "Iedereen is het er hartstikke mee eens dat gedragsexpertise naast andere disciplines moet worden ingezet, maar het mag niks kosten. Het wordt gezien als iets dat er vanzelfsprekend bij hoort, zonder te onderkennen dat je vanaf het begin hierin moet investeren om deze kennis ook systematisch mee te nemen en gedragsinterventies te laten slagen."
Geen trucje
Gedragsexperts worden nu vaak pas bij een project gevraagd als het beleid al bijna helemaal rond is. "Gedragsexpertise wordt soms gereduceerd tot een soort trucje, terwijl het begrijpen van gedrag en ondersteunen van gedragsverandering heel complex is", zegt Adriaanse. "Onderzoek en theoretische modellen zijn nodig om gedrag te begrijpen en vervolgens de juisteinterventies en tools toe te passen voorverschillende groepen mensen."
Om succesvol beleid te ontwikkelen, is het nodig om te analyseren waar de doelgroep behoefte aan heeft. Welke problemen er spelen en wat nodig is om gezonder te leven en dat vol te houden. De doelgroep moet daarom zelf ook worden betrokken bij de ontwikkeling van het beleiden interventies. Wat in de ene wijk wel werkt, kan in een andere wijk niet werken. Evers: "Uit onderzoek weten we dat alleen al het wonen in een wijk met veel fastfoodketens ervoor zorgt dat mensen ongezonder leven. Het opgestoken vingertje en goede adviezen halen dan weinig uit. Het is daarom heel erg belangrijk om rekening te houden met de omgeving waarin mensen leven en welke belemmeringen mensen daarin ervaren. Dan kunnen interventies worden ontwikkeld waar de invloed van de omgeving wordt meegenomen."
Daarnaast moet beleid, als dat er eenmaal is, continu worden geëvalueerd. Situaties, behoeftes en technologie veranderen namelijk ook continu. Denk aan de coronapandemie toen niemand meer naar de sportschool kon. En wat vijf jaar geleden de hipste technologie was, is nu ouderwets.
Door: Nationale Zorggids