Als onderdeel van de nieuwe Wet forensische zorg kan vanaf juli 2019 het medisch dossier van verdachten die tbs proberen te ontlopen worden opgeëist. Dat betekent het doorbreken van het medisch beroepsgeheim. Hoogleraar Robbert-Jan Verkes van het Radboudumc is door minister Sander Dekker van Rechtsbescherming benoemd tot voorzitter van de commissie die dit proces zorgvuldig moet gaan uitvoeren. Dit meldt Radboudumc.
Verdachten van ernstige misdrijven, zoals een moord of verkrachting, en bij wie een psychiatrische stoornis wordt vermoed kunnen psychiatrisch worden geobserveerd en onderzocht. Brengt zo’n onderzoek gebreken of stoornissen bij de verdachte aan het licht, dan is het mogelijk om tbs op te leggen. Bij verdachten is dat geen populaire maatregel. Daarom weigeren steeds meer verdachten hun medewerking aan het psychiatrisch onderzoek. In het Pieter Baan Centrum ging het in 2017 om 101 verdachten.
Inbreuk beroepsgeheim
Vanaf juli 2019 kan het medisch dossier van verdachten worden opgeëist. Omdat dit gebeurt zonder toestemming van de betrokkene, betekent dit een inbreuk op het beroepsgeheim. Om deze inbreuk zo beperkt mogelijk te houden, zal de commissie de gegevens als eerste beoordelen en fungeren als een zeef, zodat alleen bruikbare en relevante gegevens worden doorgegeven. Na toetsing door de rechter worden de gegevens dan verstrekt aan een onafhankelijk psychiater en psycholoog die zullen aangeven of er een psychiatrische stoornis is waarbij veroordeling tot tbs met dwangverpleging de meest passende maatregel is.
Door: Nationale Zorggids