Patiënten met een hoge mate van beweegangst zijn na een niertransplantatie dagelijks minder lichamelijk actief. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de mate van vertrouwen in de eigen bekwaamheid om bijvoorbeeld te sporten of meer te bewegen. Dat blijkt uit onderzoek van dr. Dorien Zelle en de afdelingen Nefrologie en Epidemiologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Dat meldt het UMCG samen met de Rijksuniversiteit Groningen.
Patiënten die een niertransplantatie hebben ondergaan, hebben een vier tot zes keer verhoogde kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. Ongeveer 50 procent van de sterfgevallen na niertransplantatie wordt hier door veroorzaakt. Het ontstaan van diabetes, hoge bloeddruk en overgewicht na transplantatie spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van hart- en vaatziekten. Het voorkomen en behandelen van deze risicofactoren bij patiënten na transplantatie is dan ook zeer belangrijk.
Door chronische nierziekte en vaak jarenlange dialyse voorafgaand aan niertransplantatie en bovendien veel medicijngebruik hebben patiënten minder uithoudingsvermogen en spierkracht. Hierdoor worden zij vaak erg beperkt in hun dagelijks functioneren. Daarnaast speelt waarschijnlijk ook angst voor beschadiging of afstoting van de getransplanteerde nier een rol.
In deze studie is voor het eerst wetenschappelijk vastgesteld dat beweegangst een belemmering is om te bewegen na een niertransplantatie. Patiënten met een hoge mate van beweegangst bewegen minder: 54 procent van de niertransplantatiepatiënten met weinig beweegangst voldoet aan de richtlijnen voor de dagelijkse hoeveelheid beweging, vergeleken met 38 procent van de patiënten met veel beweegangst. Bij patiënten met een hoge mate van beweegangst bleek ook dat er in het verleden vaker een beroerte of een hartinfarct was opgetreden. Het negatieve effect van beweegangst op lichamelijke activiteit werd voor het grootste deel verklaard door een lage vertrouwen in de eigen bekwaamheid om lichamelijk actief te zijn.
Volgens de onderzoekers zouden zorgverleners zich meer moeten richten op het vergroten van het vertrouwen van patiënten in hun gezondheid na niertransplantatie en het wegnemen van de belemmeringen om te bewegen. Dit kan met behulp van gedragsveranderingstechnieken en door patiënten beter te informeren over de positieve effecten en mogelijkheden van bewegen na transplantatie. Door patiënten bijvoorbeeld te laten bewegen onder begeleiding van een fysiotherapeut, ervaren zij dat het optreden van lichamelijke symptomen zoals kortademigheid tijdens bewegen normaal is en kan de angst om te bewegen worden weggenomen.
©Nationale Zorggids