De uitgaven aan dure intramurale geneesmiddelen zijn in 2017 gestegen met 9 procent naar 2,1 miljard euro. Bij intramurale geneesmiddelen gaat het om middelen die in het ziekenhuis worden gebruikt. De uitgaven voor extramurale geneesmiddelen, medicijnen die verkrijgbaar zijn bij de apotheek, zijn in 2017 vrijwel gelijk gebleven aan de uitgaven in 2016 (4,6 miljard euro). Alleen geregistreerde medicatie die is opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) worden vergoed vanuit het basispakket. Dit meldt Zorginstituut Nederland.
Het aantal gebruikers van extramurale geneesmiddelen is in 2017 gedaald met 1,7 procent naar 11,4 miljoen gebruikers. Dit is twee derde van het aantal verzekerden in Nederland. Door de daling van het aantal gebruikers zijn de kosten per gebruiker gestegen met 2,3 procent naar 400 euro per persoon.
Top 10 grootste stijgers
In de top 10 van grootste stijgers in de vergoeding staan de twee nieuwe combinatiepreparaten die voorgeschreven worden voor hiv. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een verschuiving van de oudere naar deze nieuwe geneesmiddelen. Ook zijn de uitgaven aan nieuwe cholesterolverlagers, evolocumab en alirocumab in 2017 flink gestegen.
Bijbetalen voor medicijn
Voor sommige middelen in het GVS moet een verzekerde een gedeelte zelf betalen. Dit geldt bij GVS-middelen waarvoor een vergoedingslimiet is vastgesteld. In 2017 heeft 11 procent van de gebruikers van een geneesmiddel moeten bijbetalen. Gezamenlijk gaat het om 51 miljoen euro, 10 procent meer dan in 2016. Het meest is bijbetaald voor methylfenidaat, een medicijn voor mensen met adhd, namelijk 15 miljoen. Ofwel 30 procent van de totale bijbetaling.
Door: Redactie Nationale Zorggids