Sinds een paar weken komt er uit allerlei hoeken in de zorg de waarschuwing voor code zwart. Wat betekent code zwart voor patiënten en ziekenhuizen en hoe kunnen zij zich erop voorbereiden?
Code zwart is de landelijke noodsituatie waarbij er meer patiënten op de intensive cares instromen dan er bedden beschikbaar zijn. Anders gezegd: er is dan geen plek meer op de ic om alle mensen die deze vorm van zorg nodig hebben, op te nemen. Dat betekent dat artsen keuzes moeten maken: wie nemen we wel op en wie niet? Sommige patiënten worden bij code zwart dus afgewezen en krijgen geen ic-bed.
Code zwart wordt, net als 2d, aangekondigd door demissionair Hugo de Jonge. Vorige week kondigde hij al fase 2d af. Alle ziekenhuizen stellen planbare zorg uit en indien nodig en “medisch aanvaardbaar” worden ook kritiek planbare operaties langer uitgesteld dan eigenlijk de bedoeling is. Bij fase 3, ofwel code zwart, komt er selectie aan de poort. Kwetsbare ouderen en ernstig zieken die geen lange levensverwachting meer hebben, worden dan mogelijk geweigerd. Bij aanhoudende code zwart worden ook mensen geweigerd om niet-medische gronden, zoals leeftijd en beddenbezetting.
Voorbereiding ziekenhuizen
Hoewel van code zwart – voor nu – nog geen sprake is, bereiden ziekenhuizen zich wel volop voor. Draaiboeken worden aangepast en teams die moeten beslissen wie wel en niet op de ic terechtkunnen worden samengesteld. De teams bestaan uit artsen en verpleegkundigen en krijgen ondersteuning van een psycholoog of ethicus. Zij worden hier zo goed als mogelijk voor getraind.
In de draaiboeken van de ziekenhuizen staan allerlei criteria die geen rol mogen spelen bij het weigeren van iemand op de intensive care. Eén daarvan is dat ontbrekende coronavaccinatie niet meetelt en ook is een ongezonde leefstijl geen criterium, net als huidskleur, maatschappelijke status of vermogen. Als het echt niet anders kan, wordt er geloot om een ic-bed.
Nooit zomaar op straat
Een persoon die zorg nodig heeft, komt nooit zomaar op straat te staan. Wel moet er goed overlegd worden over de persoon die geen ic-bed krijgt, onder meer met de patiënt zelf en familieleden. Dat gesprek gaat dan over waar zorg verleend kan worden. Toch betekent dit in veel gevallen waarschijnlijk wel dat de persoon die ic-zorg nodig heeft, komt te overlijden.
Door: Nationale Zorggids
Bronnen: Omroep Brabant, Algemeen Dagblad, EenVandaag