Studenten die elkaar onderling intimideren, een seksueel grensoverschrijdende situatie tijdens de coassistentschappen, onbehoorlijk gedrag van een medestudent in een college. Elke docent kent voorbeelden van onprofessioneel gedrag. In de opleiding geneeskunde wordt onprofessioneel gedrag gemonitord, maar de aanpak ervan heeft nog te weinig implicaties. Een nieuw stappenplan helpt docenten onprofessioneel gedrag bij geneeskundestudenten niet alleen op te sporen, maar ook beter bij te sturen. Dit meldt Amsterdam UMC.
Het model bevat dertig omschrijvingen van onprofessioneel gedrag, ondergebracht in vier domeinen, kortweg de vier I’s: inzet, integriteit, interactie en introspectie. Docenten kunnen onprofessioneel gedrag hiermee makkelijker herkennen, en de student stimuleren tot verbetering. Bij voorbeeld met remediërende coaching en begeleiding.
Vormen van onprofessioneel gedrag
De herkenning en toetsing van het onprofessionele gedrag kan met behulp van vier gedragsprofielen die promovenda Mak-van der Vossen heeft onderscheiden: incidenteel gedrag, worstelend gedrag, manipulerend gedrag en afwijzend gedrag. De docent houdt tijdens de begeleiding bij of de student het vermogen heeft tot reflectie en verbetering en dit bepaalt of de student kan uitgroeien tot een professionele arts, die het vertrouwen verdient van zijn toekomstige patiënten. Ook al gaat het alleen om enkele studenten per jaar, professionaliteit in de opleiding geneeskunde is de basis van de kwaliteit van de medische professie.
Professionaliteit bevorderen
De aanpak van onprofessioneel gedrag van studenten verloopt in drie opeenvolgende stappen: exploreren, remediëren en verzamelen van documentatie om te komen tot verwijdering van de opleiding. Het model vormt tezamen met dit stappenplan een nieuwe manier om de professionaliteit van de volgende generaties artsen te bevorderen.
Door: Nationale Zorggids