Huisartsen die een te hoge vergoeding vragen aan toeristen. Een zorgaanbieder die het pgb int van jongeren met een beperking en hen vervolgens onbetaald laat werken in een restaurant en in de bouw van een complex. Maar ook criminele netwerken die zich richten op fraude met zorggelden en waarvan de cliënten nooit de zorg krijgen die zij nodig hebben. Het is een greep uit een aantal casussen in het jaarverslag van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). In 2018 kwamen er 558 signalen van fraude binnen. Het OM trok eerder dit jaar aan de bel over de grote hoeveelheid fraudezaken en riep op om maatregelen te nemen.
“Geld dat voor de zorg bestemd is, moet ook daadwerkelijk worden uitgegeven aan de zorg”. Dat is het credo van het ministerie van volksgezondheid. Toch gaat het nog regelmatig mis, en dat heeft grote gevolgen. Mensen die willens en wetens misbruik maken van zorggelden, zetten de betaalbaarheid van het zorgstelsel onder druk, schrijft het ministerie in Rechtmatige Zorg Aanpak van fouten en fraude 2018-2021. Maar hoe vaak komt fraude in de zorg dan voor? Om welke bedragen gaat het? En wat kun je er tegen doen?
Lang niet alle fraude wordt ontdekt
Allereerst de vraag hoe vaak fraude wordt gepleegd in de zorg. Zoals hierboven beschreven kwamen in 2018 in totaal 558 meldingen van mogelijke fraude binnen bij het IKZ. Dat is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Lang niet alle fraudezaken worden ontdekt of gemeld. Het IKZ is een samenwerkingsverband van negen partijen, waaronder de FIOD, Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Inspectie voor de gezondheidszorg en jeugd. Hoeveel signalen vorig jaar binnenkwamen, wordt nog berekend.
De meeste signalen die binnenkomen bij het IKZ hebben betrekking op de wijkverpleging. Zorgaanbieders over wie meerdere jaren op rij fraudesignalen van binnenkomen, lijken de overstap te hebben gemaakt naar wijkverpleging en beschermd wonen, constateert het meldpunt. Ook over de mondzorg en GGZ kwamen tientallen meldingen binnen. 28 procent van de signalen had betrekking op fraude met een persoonsgebonden budget.
Fraude bij begeleid wonen bedraagt minimaal 100 miljoen euro
Vorig jaar heeft het IKZ onderzoek gedaan naar fraude bij beschermd en begeleid wonen. Uit schattingen blijkt dat jaarlijks 2300 cliënten in deze sector zorg krijgen van een aanbieder waarbij vermoedelijk sprake is van fraude of verwaarlozing. Bijvoorbeeld omdat begeleiding tekort schiet, personeel onvoldoende is opgeleid en teveel wordt gedeclareerd. Het gaat waarschijnlijk om een totaalbedrag van minimaal 100 miljoen euro, is de schatting van het IKZ. En dat is alleen al in deze sector.
Zorgverzekeraars Nederland, de koepelorganisatie van zorgverzekeraars, houdt bij hoeveel geld jaarlijks wordt teruggevorderd als sprake blijkt te zijn van fraude. In 2018 (de meest recente cijfers) werd 20,5 miljoen euro aan zorgfraude vastgesteld door zorgverzekeraars. Bij nog eens 7,8 miljoen euro was er een vermoeden van fraude, maar kon dat niet worden bewezen. In totaal deden verzekeraars 1018 fraude-onderzoeken. Bij ongeveer een op de drie onderzochte gevallen bleek daadwerkelijk sprake te zijn van fraude. Het gemiddelde onterecht gedeclareerde bedrag was 66.005 euro. 69 procent van de vastgestelde fraude werd gepleegd door zorgaanbieders. “Geld voor de zorg, moet ook echt naar de zorg. En niet in de zakken van zorgcowboys verdwijnen”, zegt een woordvoerder van Zorgverzekeraars Nederland. “Maar we mogen niet vergeten dat het overgrote deel van de zorgaanbieders wél te goeder trouw handelt en zich iedere dag met passie inzet voor anderen.”
En dan wellicht de belangrijkste vraag; wat moet er gebeuren om zorgfraude tegen te gaan? Het Openbaar Ministerie trok begin dit jaar aan de bel over de grote hoeveelheid zaken die bij hen werd ingediend. Er zijn veel meer fraudeurs dan het Openbaar Ministerie aankan en het wordt fraudeurs te makkelijk gemaakt, zei officier van justitie Laurien van Haeringen tegen Nieuwsuur.
‘Het helpt pas als we de kraan dichtdraaien’
Om zorgfraude op te lossen, is meer nodig dan de overtreders aan te pakken via het strafrecht, voegt een woordvoerder van het functioneel parket toe. “Het is belangrijk dat aan de voorkant meer drempels en barrières worden opgeworpen voor potentiële fraudeurs.” Daar levert het OM een bijdrage aan. Zo wordt de informatie van strafzaken die betrekking heeft op zorgfraude en knelpunten in de wetgeving, gedeeld met bijvoorbeeld het ministerie van VWS. Het nadeel van strafrecht is echter dat het pas wordt ingezet als de fraude al gepleegd is. Het OM noemt het dan ook “dweilen met de kraan open”. “We kunnen nog meer dweilen neerleggen, maar het helpt pas als we de kraan dichtdraaien.”
Om fraude tegen te gaan stelde het ministerie van VWS de eerder genoemde Aanpak Rechtmatige Zorg 2018-2021 in. Een van de maatregelen in deze aanpak is het Waarschuwingsregister Zorg. Dat maakt het mogelijk voor verzekeraars, zorgkantoren en gemeenten om gegevens van bij hen bekende fraudeurs uit te wisselen. Er kwam een meldplicht voor nieuwe zorgaanbieders en in 2018 werden er meer medewerkers aangesteld om fraude op te sporen en te vervolgen.
Meldplicht voor zorgaanbieders
Daarnaast werkt het ministerie momenteel aan de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). In dit wetsvoorstel staat dat een zorgaanbieder zich eerst moet melden, voordat deze kan beginnen met het bieden van zorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg kan dan beoordelen of deze aanbieder in staat is om goede zorg te bieden en of deze voldoet aan alle eisen. Deze wet moet er voor zorgen dat niet meer zomaar iedereen zorgverlener kan worden. “We zijn voorstander van alle drempels die opgeworpen worden”, laat het OM weten. “Om de kraan dicht te draaien is deze maatregel alleen echter niet afdoende.” De wet ligt momenteel bij de Tweede Kamer.
Ook Zorgverzekeraars Nederland benadrukt dat het belangrijk is om drempels op te werpen. “Bij fraudebeheersing is het belangrijkste om zo vroeg mogelijk fraude tegen te gaan”, zegt een woordvoerder. “Wij vinden daarom dat het verbeteren van wet- en regelgeving, zoals strengere toelatingseisen en hardere afwijscriteria voor nieuwe zorgaanbieders, het meest waardevol is.”
‘Handhaving bij gemeenten meer versnipperd’
Maar ook gemeenten, sinds de decentralisatie in 2015 verantwoordelijk voor de verstrekking van de WMO-gelden, kunnen stappen nemen om fraude tegen te gaan. De gemeenten zaten dichter op de patiënten en dat zou de controle vergemakkelijken, legt het OM uit. Maar die verwachting is niet waargemaakt. “We zien nu dat de handhaving veel meer versnipperd is en dat niet iedere gemeente de kennis, capaciteit en financiële middelen in huis heeft om goede controles te doen”, zegt een woordvoerder van het OM.
SVLand adviseert gemeenten bij het nemen van maatregelen om pgb-fraude tegen te gaan. “Preventie is daarbij erg belangrijk”, zegt manager sociaal domein Gina van den Oever van SVLand. “En bij de meeste gemeenten is nog veel winst te halen op dit gebied.” Gemeenten kunnen bijvoorbeeld pgb-aanvragers uitnodigen voor een gesprek. “Dan kan de gemeente beoordelen of de aanvrager in staat is om te gaan met het pgb.” Tegelijkertijd kan de gemeente adviseren waar de aanvrager op moet letten bij het kiezen van een zorgaanbieder. Een van de grootste risico’s bij pgb-fraude is dat klanten zelf contact opnemen met een zorgaanbieder. “De gemeente staat op afstand en heeft minder zicht op foute aanbieders.”
SVLand doet eveneens onderzoek naar vermoedens van pgb-fraude in opdracht van gemeenten. “De afgelopen jaren zien we het aantal meldingen toenemen”, zegt Van den Oever. Een van de oorzaken daarvan is de “politieke bewustwording”, denkt zij. In de jaren na de decentralisatie waren de gemeenten er vooral op gericht om de zorgtaken in te richten zodat de juiste zorg verleend werd. “Dat gebeurde op basis van vertrouwen.” Door berichten in de media dat het ook mis kan gaan, zijn gemeenten er steeds meer van doordrongen dat zij ook de taak van toezichthouder hebben.
Door: Nationale Zorggids / Marjolein Kooyman