Alle sociaaleconomische groepen in Nederland kunnen gezonder en duurzamer eten, zelfs voor hetzelfde geld. Uit promotieonderzoek van RIVM-voedingswetenschapper Reina Vellinga blijkt dat kleine aanpassingen al tot een veel gezonder voedingspatroon kunnen leiden. Wel moet de overheid hiervoor het hele voedingssysteem aanpassen, met een samenhangend pakket aan effectieve maatregelen zoals prijsaanpassingen. Dit meldt het RIVM.
Consumenten kunnen na verandering van het voedselsysteem betere keuzes maken. Nu is het beleid voor gezond en duurzaam eten onvoldoende en te versnipperd, stelt Vellinga. Er zou een overkoepelende, gezamenlijke langetermijnstrategie moeten komen die verandering versnelt. Ook samenwerking tussen overheden en tussen overheid, bedrijven en consument kan het proces versnellen.
Minder ongezond en dierlijk eten
Wat is dan een gezonder en duurzamer eetpatroon? Eentje waarbij de Nederlander minder ongezonde voedingsmiddelen met veel verzadigd vet, suiker en zout eten en dierlijke voedingsmiddelen, zoals rood en bewerkt vlees. Consumenten kunnen volgens Vellinga echter niet de enige verantwoordelijke zijn voor een ander eetpatroon. Er schort nog een en ander aan het aanbod in supermarkten. En daarom moet de overheid meer de regie nemen en moeten bedrijven duidelijke richtlijnen krijgen.
Prijsaanpassing en mieuwe voedselrichtlijnen
Een van de belangrijkste maatregelen is een prijsaanpassing. Gezonde en duurzame voedingsmiddelen moeten goedkoper worden en ongezonde niet-duurzame voedingsmiddelen juist duurder. Een voedselkeuzelogo en een update van de nationale voedingsrichtlijnen kunnen de impact van prijsmaatregelen helpen versterken. En natuurlijk is het nodig om het aanbod van gezond en duurzaam voedsel te vergroten en deze te promoten via bijvoorbeeld aanbiedingen. Vellinga denkt tot slot dat het goed is om fabrikanten te verplichten om voedingsmiddelen te voorzien van minder verzadigd vet, suiker en zout en minder dierlijke ingrediënten en eiwitten.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky