Meer mensen op de fiets naar het werk, een fietsenplan voor kinderen in arme gezinnen en investeringen in goede stallingen bij stations en nieuwe woonwijken. Dat zijn de speerpunten van het nieuwe fietsbeleid dat staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) dinsdag naar de Tweede Kamer stuurt. Uit nieuw onderzoek blijkt volgens de bewindsvrouw ook nog eens dat de fiets goed is voor de economie en de werkgelegenheid.
Heijnen wil dat de komende 2,5 jaar 100.000 extra mensen de fiets naar het werk pakken. Dat scheelt drukte op de weg en drukte in het openbaar vervoer. Bovendien melden fietsers zich gemiddeld genomen minder vaak ziek, stelt ze.
Vanuit het coalitieakkoord heeft Heijnen 50 miljoen euro beschikbaar voor verdere verbetering van fietsenstallingen bij de stations, zodat het aantrekkelijker is een deel van de reis van en naar het werk met de fiets te doen. Verder wil ze bijdragen aan een landelijk dekkend netwerk van doorfietsroutes, om snel en veilig te kunnen doorfietsen. Daar zijn provincies en gemeenten nu al mee bezig.
Maatschappelijk voordeel
Ook wil het kabinet bij de bouw van nieuwe woonwijken steeds kijken welke kansen de fiets biedt om huizen bereikbaar te houden, naast openbaar vervoer en auto. Verder komt er een actieplan om ook kinderen uit gezinnen die van een bijstandsuitkering leven te kunnen laten fietsen.
De fiets levert veel maatschappelijk voordeel op, en betekent ook wind mee voor onze economie, schrijft de staatssecretaris. Uit nieuw onderzoek blijkt dat het maken, verkopen en verhuren van fietsen ons land 13.000 voltijdsbanen oplevert, verdeeld over 3350 bedrijven. In 2020 verkochten Nederlandse bedrijven 1,2 miljoen fietsen, waarvan meer dan een miljoen in het buitenland. De totale exportwaarde van de sector lag net onder de twee miljard.
Door: ANP