Voorlichting over opioïden kan beter

Artsen en apothekers kunnen de voorlichting over opioïden aan patiënten met pijnklachten nog sterk verbeteren. Bijna een kwart van de pijnpatiënten die opioïden op recept gebruiken, is niet geïnformeerd dat het uitsluitend voor kortdurend gebruik is, en dat onjuist gebruik kans op verslaving geeft. Dat melden het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) en Patiëntenfederatie Nederland.

Opioïden (of opiaten) zijn medicijnen met een sterke pijnstillende werking. Ze zijn vooral bedoeld bij ernstige pijn, zoals pijn na een operatie of pijn bij kanker. Voorbeelden zijn oxycodon, fentanyl en morfine. Deze middelen zijn vooral bedoeld voor kortdurend gebruik. En onjuist gebruik van opioïden vergroot de kans op verslaving. Een deel van de pijnpatiënten die opioïden gebruiken, loopt deze essentiële informatie echter mis, zo blijkt uit een vragenlijstonderzoek naar voorlichting bij opioïdengebruik. Het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) heeft dit onderzoek samen met Patiëntenfederatie Nederland in oktober 2021 gehouden. 395 patiënten die opioïden gebruiken, of afgelopen twee jaar hebben gebruikt, konden al dan niet anoniem een online vragenlijst met vijftien vragen invullen.

Geen enkele informatie

Onder de respondenten is oxycodon het meest gebruikte opioïd (69,5 procent), gevolgd door fentanyl (16,3 procent) en morfine (16,3 procent). Van de respondenten had 50 procent de informatie gekregen dat opioïden goede pijnstillers zijn, 45,3 procent wist dankzij informatie dat opioïden bedoeld zijn voor kortdurend gebruik en 43 procent had meegekregen dat onjuist opioïdengebruik kans op verslaving geeft. Bijna een kwart (23,8 procent) heeft echter geen enkele informatie gekregen over deze drie onderwerpen.

Afbouwen, bijwerkingen, verslaving

Een meerderheid van de pijnpatiënten die de online vragenlijst invulden, zegt voldoende informatie te hebben gehad om het opioïd op de juiste manier te gebruiken (66,9 procent). Maar 15,3 procent heeft informatie gemist over afbouwen, alternatieve behandelingen, bijwerkingen, juist gebruik, tolerantie, ontwenning en verslaving. Dit zijn vooral patiënten met postoperatieve pijn en patiënten met pijn bij kanker.

Einddatum opioïdengebruik afspreken

Voorschrijvers hebben slechts met een derde van de respondenten gelijk bij de start met opioïden afspraken gemaakt over hoelang zij de pijnstiller zouden gebruiken. Met ruim de helft (55 procent) is gesproken over andere mogelijkheden om pijnklachten te bestrijden, maar met iets minder dan de helft (45,1 procent) is hier niet over gesproken.

Overleggen over stoppen

Meer dan 50 procent van de patiënten die de vragenlijst hebben ingevuld, is inmiddels gestopt met het opioïdengebruik. De helft heeft hierover gesproken met een zorgverlener (50,7 procent). Ruim een derde van de respondenten die het opioïd nog gebruiken, heeft overwogen hiermee te stoppen. Van hen heeft 82,4 procent daarover gesproken met een zorgverlener.

In een keer stoppen of rustig afbouwen

Stoppen met opioïdengebruik verliep bij de meerderheid van de respondenten probleemloos, zowel bij de mensen die er in een keer mee stopten als bij de mensen die de dosering langzaam afbouwden (resp. 78,4 procent en 70,1 procent). Veel respondenten gaven aan dat ze geen begeleiding nodig hadden bij het stoppen of afbouwen. 13,5 procent gaf aan deze begeleiding wel graag te hebben gewild.

Aanbevelingen

De uitkomsten van het vragenlijstonderzoek geven een indicatie van het Nederlandse voorschrijfbeleid door artsen bij opioïden. Ook geeft het aan welke voorlichting deze patiënten wel (en niet) ontvangen. Het rapport met de uitkomsten heeft een aantal aanbevelingen voor voorschrijvers.

Door: Nationale Zorggids