Ieder kwartaal publiceert de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) welke meldingen het heeft ontvangen en wat hiermee gedaan wordt. In het eerste kwartaal van dit jaar ontving het met name meldingen over de ziekenhuiszorg, de zorgverzekeraars en geestelijke gezondheidszorg. Dat meldt de NZa.
De afgelopen periode kwamen er meldingen binnen van mensen die hun zorgnota niet vergoed kregen omdat zelfstandige behandelcentra niet volgens de regels van de NZa declareert. Daarom keuren verzekeraars deze rekeningen af. Vervolgens sturen de behandelcentra deze rekening naar de patiënt zelf. Dit is echter niet toegestaan. Daarom gaat de NZa verkeerd declarerende behandelaars hierop aanspreken.
Een andere klacht voor de zorgverzekeraars komt van onlangs bevallen vrouwen. Vrouwen die eind vorig jaar waren bevallen in een geboortecentrum die geen contract had met hun zorgverzekeraar, kregen een rekening thuisgestuurd voor hun bevalling. Ook dit is volgens de autoriteit niet toegestaan. Indien een geboortecentrum wil declareren, moet het een contract hebben met de zorgverzekeraar van de bevallen vrouw. Daarom bezocht de NZa de geboortecentra en vroeg hen om hiermee te stoppen.
Behandelaars in de basis-ggz moeten hun cliënten indelen op basis van zorgvraagzwaarte. Er zijn vier behandeltrajecten, beginnend bij kort en oplopend tot intensief. De NZa kreeg diverse signalen dat de indeling op een andere manier plaatsvond dan de bedoeling was. Sommige behandelaars blijken hun cliënten in te delen op basis van een inschatting van hoeveel minuten nodig zijn voor een behandeling. Op die manier ontvangen cliënten bijvoorbeeld te weinig zorg of betalen te veel. Daarom heeft een team van de zorgautoriteit aan de betreffende aanbieders gevraagd om cliënten duidelijker voor te lichten.
De NZa ontving afgelopen eerste periode 162 meer meldingen dan dezelfde periode vorig jaar. De top drie was toen hetzelfde als vorig jaar: ziekenhuiszorg kreeg de meeste meldingen, gevolgd door zorgverzekeraars en geestelijke gezondheidszorg.
©Nationale Zorggids
