Normal_beroerte_hersenen

Voor de verbetering van zorg voor mensen die een beroerte (CVA) hebben gehad is in het Maastricht UMC+ een nieuw zorgprogramma samengesteld, waarvan de effecten op lange termijn zijn onderzocht. De nieuwe aanpak heeft een positief effect op de sociale activiteiten van de patiënt. Dat meldt het Maastricht UMC+.

In Nederland worden ongeveer 41.000 mensen per jaar getroffen door een CVA (Cerebro Vasculair Accident). Na een beroerte ervaren patiënten vaak nog lang problemen zoals fysieke beperkingen, geheugenproblemen, depressieve gevoelens, vermoeidheid en sociale beperkingen. De zorg voor deze patiënten in de eerste maanden na een beroerte doorgaans goed georganiseerd, maar op de langere termijn ervaren patiënten problemen die vaak onopgemerkt blijven.

In Nederland is de zorg in het eerste maanden na het doormaken van een beroerte goed georganiseerd. In die fase is er veel aandacht voor functieherstel en terugkeer naar de thuissituatie. CVA-patiënten ervaren op lange termijn echter problemen die vaak onopgemerkt blijven. Of die problemen opgespoord kunnen worden en structurele aanpak daarvan ook werkt, is uitgeprobeerd en getoetst in de regio Maastricht.

Voor het onderzoek is een zorgprogramma opgezet waarbij patiënten voor een langere periode in de thuissituatie zorg ontvangen van een CVA-thuiszorgcoördinator. Met behulp van de zogenoemde SIGEB (Signaleringsinstrument voor de lange termijn gevolgen na een beroerte) kan de CVA thuiszorgcoördinator een gestructureerd overzicht krijgen van twaalf CVA gerelateerde probleemgebieden en de ontwikkeling van de patiënt beter monitoren.

Volgens onderzoeker Manon Quint-Fens blijkt deze interventie op de langere termijn succesvol. Quint-Fens: 'Het grote verschil wordt gevonden in de sociale activiteiten van de CVA patiënt. Het blijkt dat de sociale activiteiten in de onderzoeksgroep toenemen en bij de controlegroep afnemen. Dit verschil is na 6 maanden zichtbaar en blijft bestaan.'

© Nationale Zorggids