Veel ouderen slikken jarenlang bloeddrukverlagende medicatie om hart- en vaatziekten te voorkomen. Wanneer de gezondheid echter achteruitgaat, rijst de vraag of het zinvol is om deze medicatie voort te zetten. Het LUMC onderzocht of het verminderen van deze medicatie invloed had op onbegrepen gedrag, zoals agressie, apathie, en duizeligheid, en op de kwaliteit van leven van ouderen in verpleeghuizen.

Ernstig ongewenst effect

De deelnemers met kwetsbare gezondheid werden verdeeld in twee groepen: één groep bouwde de bloeddrukmedicatie af, terwijl de andere groep de medicatie bleef gebruiken. Na vier maanden was de bloeddruk in de afbouwgroep gestegen, maar dit leidde niet tot een verbetering in onbegrepen gedrag of de kwaliteit van leven. Daarentegen bleek de kans op ernstige bijwerkingen, zoals vallen, juist te stijgen. De onderzoekers zijn hierdoor van mening dat routinematig afbouw van bloeddrukmedicatie beduidende nadelen heeft zonder voordelen. Zij raden dit daarom ook af.

"We denken dat het te maken heeft met het evenwicht in het lichaam, dat zo kwetsbaar is bij deze groep ouderen, dat het zich niet kan aanpassen aan de medicatieverandering. Het was in elk geval niet zo dat ze allemaal hart- en vaatziekten of covid kregen”, aldus hoogleraar eerstelijnsgeneeskunde Jacobijn Gussekloo. Onduidelijk is echter of het wellicht met de hersenen of het hart te maken heeft. De onderzoeksgroep kon helaas geen MRI’s of echo’s maken gezien de kwetsbaarheid van de onderzochte groep.

Van invloed op beslissingen zorgverleners en familie

Hoe dan ook zijn de bevindingen belangrijk voor zorgverleners en familieleden die overwegen bloeddrukverlagende middelen te stoppen bij ouderen met dementie. Het onderzoek laat zien dat het afbouwen van deze medicatie aanzienlijke risico's met zich meebrengt zonder dat er duidelijke voordelen zijn. De onderzoekers benadrukken dat verdere studies nodig zijn om beter te begrijpen waarom deze negatieve effecten optreden.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky