Werkgevers willen meer orthopedagogen-generalist opleiden, maar moeten de opleiding zelf bekostigen. De overheid vergoed deze namelijk niet. Bekostiging ervan belemmert werkgevers om meer orthopedagogen-generalist een plek te bieden. Dit meldt Nivel.
Volgens werkgevers in de jeugdzorg, gehandicaptenzorg en ouderenzorg hebben orthopedagogen-generalist (OG) met name meerwaarde als integrale begeleider van mensen in een afhankelijkheidsrelatie. Hun focus ligt op het welzijn en de ontwikkeling van cliënten. Ze proberen het gedrag van cliënten te begrijpen in het licht van andere relaties en willen hen optimale ontwikkelingskansen bieden. Omdat het vooral om mensen in een afhankelijkheidsrelatie gaat, is de omgeving belangrijk voor een succesvolle behandeling en begeleiding.
Beperkte middelen
Sinds 1 januari 2020 is de orthopedagoog-generalist opgenomen in het BIG-register. De overheid is sindsdien echter niet overgaan tot bekostiging van de opleiding. Werkgevers hebben slechts beperkte middelen om deze beroepsgroep op te leiden, waardoor dit een belemmerende factor is. Soms blijkt ook de aansluiting van de opleiding met het werkveld tekort te schieten, blijkt uit een gesprek van Nivel met een werkgever in de ouderenzorg. De bereidheid om (het grootste deel van) de kosten voor de opleiding te betalen is groot, maar er ontstaan onbedoelde knelpunten door de ongelijkheid met de door overheid betaalde zorgopleidingen.
Aanvulling gz-psycholoog
Zo zien werkgevers dat een orthopedagoog-generalist gelijkwaardig is aan de gz-psycholoog, maar dat het financieel dus wel wringt omdat de opleiding tot gz-psycholoog wel wordt bekostigd. Het is dus minder aantrekkelijk voor werknemers om een vervolgopleiding tot orthopedagoog-generalist te doen. Overigens doen de beroepsgroepen niet hetzelfde. Werkgevers zien vooral dat een OG de rol van de gz-psycholoog aanvult. De problematiek wordt namelijk vanuit een ander perspectief benaderd.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky