Onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut hebben ontdekt welk mechanisme mogelijk ten grondslag ligt aan het verhoogde risico op zelfdoding onder vrouwen met depressieve klachten die anticonceptie met een synthetische vorm van progesteron gebruiken. De hoop is dat deze bevinding artsen bewuster deze vormen van anticonceptie voorschrijven bij vrouwen met een hoger risico op depressie en suïcide. Dit meldt het Nederlands Herseninstituut.
Progesteron is een stresshormoon dat ook een rol speelt in het vrouwelijk voortplantingssysteem. De eerste functie blijft vaak onderbelicht en kan zorgen voor extra kwetsbaarheid bij vrouwen die kampen met depressie of zelfdodingsgedachten. Lin Zhang van het Nederlands Herseninstituut richtte zich in haar onderzoek op de invloed van progesteron op de hersenen. Het onderste deel van de hypothalamus (nucleus infundibularis) blijkt het meest gevoelig voor progesteron, dus daar lag de focus.
Progesteron activeert het opioïdesysteem
Patiënten met een depressie die zijn overleden aan suïcide, blijken een verhoogd aantal cellen te hebben die opiaat-achtige stoffen produceerden. “Het is bekend dat het nemen van opiaten het risico op zelfdoding verhoogt. De hersenen zijn gevoelig voor opioïde stoffen omdat ze die stoffen ook zelf aanmaken. Dus progesteron activeert het opioïdesysteem, wat uiteindelijk leidt tot een verhoogd suïciderisico”, zegt professor Dick Swaab die het onderzoek leidde.
Synthetische progestageen is krachtiger
In anticonceptie zit vaak progestageen (progesteron). Bij geneesmiddelen met natuurlijke varianten daarvan is het risico op suïcidaal gedrag verwaarloosbaar. Maar omdat synthetische progestageen een krachtigere werking hebben, is dat risico mogelijk niet verwaarloosbaar. Inmiddels staat deze kennis ook in de standaard richtlijnen van gynaecologen, maar nog niet in die van huisartsen. De hoop van het Nederlands Herseninstituut is dat huisartsen vrouwen toch gaan bevragen over een mogelijke depressie. “Het is een gevoelig onderwerp, maar het is belangrijk dat degenen die een verhoogd risico lopen een ander alternatief aangeboden krijgen.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky