Wanneer zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) de symptomen van een psychose preventief behandelen, is de kans veel kleiner dat de patiënt ook daadwerkelijk een psychose zal krijgen. Het gaat om mensen met een ultrahoog risico (UHR) waaronder jongeren tussen de 14 en 35 jaar vallen die al andere psychische klachten hebben. Door de psychose uit te stellen in de vroege jaren, lijkt de kans dat deze later alsnog komt met ongeveer 50 procent af te nemen. Dit meldt Trouw.
Door cognitieve gedragstherapie voor te schrijven aan de risicogroep, kan een psychose afgewend worden. Het is hiervoor belangrijk dat zorgverleners vroegtijdig actie ondernemen bij patiënten die depressie of een angststoornis hebben en daarbij het gevoel hebben dat zij dingen horen of zien die anderen niet opmerken. Bovendien is het vroegtijdig behandelen kosteneffectief, zo blijkt uit het onderzoek dat promovendus Helga Ising van de Vrije Universiteit in Amsterdam uitvoerde. Het leidt tot minder ziekenhuisopnames, minder arbeidsverzuim en minder zorgkosten.
Het aanbieden van cognitieve gedragstherapie werkt volgens Ising niet alleen om de psychose voorlopig uit te stellen. Er zou sprake zijn van ‘uitstel is afstel’. De helft van de 200 deelnemers kreeg een methode aangeleerd om hun eigen gedachtestroom te toetsen en kritisch te bekijken. De andere helft ontving alleen de reguliere behandeling. Bij de eerste groep werd een afname van 50 procent in het aantal psychoses geconstateerd. Het positieve effect van de behandeling bleef zelfs na vier jaar nog zichtbaar.
Door: Redactie Nationale Zorggids