Gezinnen met kinderen die intensieve zorg nodig hebben, worden continu van loket naar loket gestuurd, blijkt uit onderzoek van Radar. Dit leidt ertoe dat kinderen niet de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben, met grote gevolgen voor de kinderen en hun ouders. Belangenorganisatie Ieder(in) bevestigt dit ziet ook dat kinderen met een beperking in een ‘grijs gebied’ van instantie naar instantie worden gestuurd. Dit meldt Radar.
De Zorgverzekeringswet, de Jeugdwet (gemeente), en de Wet Langdurige Zorg (Wlz) zijn de drie loketten waar kinderen met een beperking op zijn aangewezen. Welk loket verantwoordelijk is, hangt af van de zorgvraag. In de praktijk verwijzen deze instanties ouders echter vaak naar elkaar door, waardoor duizenden gezinnen langdurig geen hulp krijgen.
Afwijzingen stapelen zich op
Dit bureaucratische doolhof leidt ertoe dat bijna 30 procent van de aanvragen voor de Wlz voor minderjarigen in 2023 werd afgewezen. Vorig jaar ging het om 950 kinderen met een zorgbehoefte die nergens een indicatie konden krijgen.
Voor ouderen ligt dit anders: slechts 6 procent van de Wlz-aanvragen wordt daar afgewezen, wat het contrast in de toegang tot zorg nog schrijnender maakt.
Escalatie van problemen
Door het gebrek aan passende zorg zien we de problemen binnen gezinnen escaleren, aldus Illya Soffer van Ieder(in). Ouders raken overbelast, moeders stoppen met werken, relaties komen onder druk te staan, en ook broertjes en zusjes lijden hier vaak onder. "Kinderen komen later vaak terug in de zorg, in een veel ernstiger en duurder traject. En dat is echt heel erg.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky