Normal_astma_inhalator_inhaler_pufje_509px-asthmainhaler_wiki_-c_

Het inhaleren van geneesmiddelen is belangrijk voor patiënten met bijvoorbeeld astma of taaislijmziekte. Anne Lexmond onderzocht hoe het geneesmiddel en het type inhalator beter zijn af te stemmen op elkaar en op de patiënt. Haar bevindingen sluiten direct aan bij vragen uit de kliniek. Zij promoveert op 5 december aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Lexmond onderzocht de dosering en werking van verschillende typen inhalatoren op de afdeling Farmaceutische Technologie en Biofarmacie van UMCG/RUG, waar veel ervaring is met het ontwikkelen van inhalatoren. Twee inhalatoren die daar ontwikkeld zijn, de Novolizer en de Genuair, worden inmiddels algemeen gebruikt. Een goedkope wegwerpinhalator, de Twincer, is in een vergevorderd stadium van ontwikkeling. Naast vernevelaars zijn er ook poederinhalatoren. In plaats van verneveling van opgeloste adenosine testte Lexmond een poederinhalator die lijkt op de Twincer en die speciaal voor dit onderzoek is ontwikkeld. Hiermee was het mogelijk adenosine in hoge doseringen in de longen te krijgen. ‘Het halveerde bovendien de tijd die nodig is om de dosis toe te dienen, wat prettig is voor de patiënt die het onderzoek ondergaat.’

Daarnaast werkte Lexmond aan een betere inhalator voor kinderen, omdat die nog vaak inhalatoren gebruiken die zijn ontworpen voor volwassenen. 'Kinderen hebben een kleiner longvolume en ademen minder krachtig en korter in. Voor hen moet de dosis in ongeveer een halve liter lucht zitten, terwijl voor volwassenen volumes tot anderhalve liter gebruikelijk zijn.' Ook voor patiënten met taaislijmziekte is een goede dosering belangrijk bij het toedienen van antibiotica in de longen. Dat gaat nu nog via een vernevelingsapparaat, wat veel tijd kost. Met een poederinhalator kan dit sneller en nauwkeuriger.

‘Je moet eigenlijk het geneesmiddel en de inhalator samen afstemmen op de patiënt,’ is de overkoepelende conclusie van Lexmond. Dat gebeurt nog te weinig. ‘Maar er is grote belangstelling voor de manier van werken die we aan de RUG hebben ontwikkeld,’ aldus de promovenda.

© Nationale Zorggids