Het ministerie van Volksgezondheid wil er met de subsidieregeling InZicht voor zorgen dat zorgverleners in de langdurige zorg meer tijd overhouden voor directe zorg aan hun cliënten en meer regie hebben op het zorgproces voor cliënten en mantelzorgers. In de afgelopen paar maanden groeide het aantal zorgorganisaties dat subsidie kreeg voor elektronische gegevensuitwisseling met 107. Dit meldt Rijksoverheid.
De deelnemende organisaties gaan het geld gebruiken om zorginformatie te kunnen delen tussen zorgprofessionals en hun cliënten via de zogenoemde persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Cliënten en mantelzorgers kunnen door meer inzicht in de zorginformatie meer regie nemen over hun zorg. Daarnaast gaat een groot deel van de organisaties het geld ook inzetten voor de overdracht tussen zorgprofessionals onderling (de eOverdracht). Zorgprofessionals kunnen gegevens hierdoor beter en sneller overdragen en hebben dus eerder alle informatie van een cliënt beschikbaar. Zo draagt elektronische uitwisseling van gegevens bij aan de kwaliteit van de zorg.
Elektronische uitwisseling
Deelnemende organisaties moeten eind 2022 klaar zijn met de realisatie van de elektronische uitwisselingen van de regeling InZicht. Tussentijds worden geleerde lessen en kennis zoveel mogelijk gedeeld met andere zorgorganisaties, zodat zij hiervan kunnen leren. In de toekomst wil de overheid namelijk alle zorgaanbieders verplichten gegevens elektronisch uit te wisselen. Hiervoor is de wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg in voorbereiding. In aanloop naar de verplichting stimuleert het ministerie de zorg om zich alvast hierop voor te bereiden door middel van verschillende subsidieregelingen. Voor de regeling InZicht werkt zij hiervoor nauw samen met de branche- en beroepsorganisaties ActiZ, VGN, GGZ Nederland, Zorgthuisnl en V&VN. Geïnteresseerde zorgaanbieders kunnen voor meer informatie bij hen terecht of op de pagina Regeling InZicht op LinkedIn.
Door: Nationale Zorggids