Er is al jaren een nijpend tekort aan bedrijfsartsen in Nederland. Dat tekort zal groter worden, gezien een aanzienlijk deel binnenkort met pensioen zal gaan. Gertjan Beens, bedrijfsarts en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde, stelt dat het probleem niet per se iets te maken heeft met het imago van de bedrijfsarts. René Ravestein, projectleider voor bedrijfsartsworden.nl is het met hem eens. "Het probleem is niet een negatief beeld, maar het feit dat er vaak helemaal geen beeld is."
Er is een tekort, inderdaad, stelt Gertjan Beens. Het aantal bedrijfsartsen is weliswaar gegroeid sinds de tijd dat hij begon te werken als bedrijfsarts, medio jaren 90 – toen waren er 1200, nu zo’n 1700 – maar veel arbodiensten staan te springen om jong bloed. De vraag is om meerdere redenen gegroeid de afgelopen jaren.
"We waren als bedrijfsartsen ooit primair bezig met preventie, en de relatie tussen arbeid en gezondheid. De laatste twintig jaar is ons werk veranderd, en hebben we een stevige rol gekregen binnen verzuimbegeleiding – die gaat over de invloed van gezondheid op werk en werkvermogen. Daar is veel vraag naar, maar het aanbod is kleiner. Dat probleem heeft uiteindelijk veel te maken met het feit dat er voor bedrijfsartsen geen opleiding bestaat die met publieke middelen wordt gefinancierd."
Private financiering
"Alle dokters in Nederland hebben een opleiding die met publieke middelen wordt betaald, maar bedrijfsartsen zijn vanaf het begin altijd in een private werkomgeving werkzaam geweest. Arbodiensten betaalden jarenlang de opleiding van een bedrijfsarts, tot in 2005 de Arbowet werd geliberaliseerd." Die ontwikkeling had veel gevolgen, omdat werkgevers vanaf toen niet meer verplicht waren een contract te hebben met een arbodienst. Zo konden bedrijfsartsen voor zichzelf beginnen.
"Arbodiensten waren daarnaast de belangrijkste opleiders van bedrijfsartsen, en hadden opeens helemaal geen bedrijfsartsen meer nodig. Die zagen klanten heel hard weglopen, en daar kwam in 2008 nog een keer de economische crisis overheen. Dat heeft ertoe geleid dat er een hele periode onvoldoende bedrijfsartsen zijn opgeleid."
"Dat het vak niet populair was, speelt wel enige rol’, vult Beens aan. ‘Bedrijfsarts staat niet bovenaan het lijstje van geneeskundestudenten. Maar, er was ook gewoon een tijd lang geen vraag meer uit de markt. Dat heeft gevolgen gehad voor de tijd waarin we nu leven."
Imagoprobleem
Dat jonge mensen rond hun twintigste niet dromen van een carrière als bedrijfsarts, weet ook René Ravestein. Hij is als campagneleider bezig het vak onder de aandacht te brengen bij juist die doelgroep, en ziet vooral een gebrek aan bekendheid van het vak bedrijfsarts.
"Een deel van het probleem is niet het negatieve beeld, maar dat er gewoon helemaal geen beeld is. Men kent het vak gewoon nog niet zo goed, en komt er ook niet veel mee in aanraking. Met de campagne proberen we studenten toch duidelijk te maken wat het vak inhoudt, en met welke motieven je dat kunt doen."
"Als je arts bent en je wilt niet alleen maar orgaan-specifiek werken, maar meer ‘holistisch’, met aandacht voor de hele patiënt en zijn of haar omstandigheden, dan zou dat een hele interessante afslag voor je kunnen zijn. De interesse voor onze ambassadeurs – jonge mensen in opleiding, of al werkzaam als bedrijfsarts - is best wel groot, net als het bezoek aan onze site. Het laat zien dat veel mensen eerst op het idee gebracht moeten worden. Een deel van de geïnteresseerden landt daarna uiteindelijk bij voorbeeld een arbodienst."
Beens is optimistisch over de toekomst, en ziet zijn vak als een vlaggenschip voor de rol die arts over twintig jaar zal spelen. "De arts in 2040 zal een andere zijn dan nu – meer op preventie en op behoud van functioneren gericht. Het vak bedrijfsarts zal daarmee aantrekkelijk worden, denk ik, en meer op het netvlies komen van jonge mensen."
Door: Nationale Zorggids / Karst Tjoelker