Bij kleine ongeboren baby’s die gezond zijn hoeft niet te worden ingegrepen, maar is er sprake van een slecht werkende placenta, dan mogelijk wel. Juist die baby’s moeten dus opgespoord worden. Groei-echo’s bepalen hoe groot en zwaar een baby is en of ze hun eigen groeipatroon volgen of niet.

Bloedtoevoer

Kleine baby’s met een afwijkende groeimeting kregen binnen het onderzoek een Doppler-echo die de weerstand van het bloedvat in de navelstreng meet. Dit zegt iets over de doorbloeding van de moederkoek. De Doppler-meting kan ook vaststellen of de bloedtoevoer in de hersenen van het kindje in orde is. Als die toevoer hoger is dan normaal, kan het wijzen op een slecht functionerende placenta. Baby’s met een hogere bloedtoevoer zetten het bloedvat in hun hersenen extra ‘open’ om zichzelf te beschermen tegen een tekort dat ontstaat door de slecht functionerende moederkoek. Werkt deze niet goed meer, dan kan het kindje gezondheidsproblemen krijgen, zoals zuurstofgebrek. Als niet tijdig wordt ingegrepen, kan dit lijden tot sterfte rondom de geboorte.

37 weken zwangerschap

Bij afwijkende metingen kan soms besloten worden om het kindje vroegtijdig ter wereld te brengen. De uitkomsten blijken echter niet beter als het kindje voor 37 weken geboren wordt en daarom blijft het advies ook om te wachten met opwekken tot minimaal 37 weken.

“De mogelijkheden van de Doppler-meting waren al eerder bekend, maar de echo wordt nog niet standaard in alle ziekenhuizen verricht. Uit dit onderzoek blijkt nu dat deze meting zeker toegevoegde waarde heeft voor het opsporen van zwangerschappen bij te kleine baby’s met een slecht werkende moederkoek”, zegt Mauritia Marijnen, promovendus bij Amsterdam UMC. Door deze echo standaard onderdeel van de zorg voor te kleine baby’s toe te voegen, kunnen problemen rondom de bevalling beter worden gesignaleerd en gecontroleerd.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky