Tientallen kinderen in Nederland hebben gezondheidsschade opgelopen doordat ze later medische zorg kregen tijdens de eerste golf van de corona-uitbraak. Bij zeker 51 kinderen is afgelopen voorjaar 'bijkomende schade' ontstaan door gemiste of vertraagde zorg, maar dit is vermoedelijk nog maar het topje van de ijsberg. Het werkelijke aantal kinderen met zulke schade "is koffiedik kijken", aldus onderzoeker Károly Illy, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.
Illy en Daniëlle Jansen van het Universitair Medisch Centrum Groningen vroegen kinderartsen om hun ervaringen door te geven. Ze kregen antwoorden uit het hele land.
In 27 gevallen ontstond de schade doordat de dokter later een diagnose stelde dan zonder corona zou zijn gebeurd. Zo waren artsen terughoudend met het maken van afspraken voor kinderen. "We moeten ook de hand in eigen boezem steken. In een aantal gevallen is het gesprek telefonisch of via beeldbellen gegaan, wat achteraf onverstandig was. Als de gesprekken face-to-face waren geweest, zou een diagnose eerder zijn gesteld en zou een behandeling eerder zijn gestart", aldus Illy. In sommige gevallen waren het juist de ouders die te laat met het kind naar de dokter gingen, bijvoorbeeld omdat ze bang waren voor besmettingsgevaar in een ziekenhuis.
0 tot 4 jaar
De meeste getroffen kinderen waren 0 tot 4 jaar oud. Sommige kinderen hadden al bij de geboorte een te laag gewicht, anderen verloren juist na de geboorte te snel gewicht. De onderzoekers kregen ook meldingen van kinderen met zogeheten diabetische ketoacidose. Daarbij wordt de bloedsuikerspiegel zo hoog dat het bloed verzuurt. Dit kan levensgevaarlijk zijn. Andere kinderen kregen geelzucht.
Voor zover Illy weet, zijn geen kinderen overleden door de bijkomende schade. "Maar daardoor zijn wel enkele kinderen op de intensive care terechtgekomen, terwijl dat vermoedelijk niet zou zijn gebeurd als corona er niet was geweest. Kinderen zijn in gevaar gekomen. En vermoedelijk zullen sommige kinderen daar langdurig last van ondervinden."
Zuiden en westen
Illy en Jansen kregen de meeste meldingen van bijkomende schade uit het zuiden en het westen van het land. Dat waren tijdens de eerste golf de grootste brandhaarden. "Daar hebben artsen en verloskundigen de meeste maatregelen genomen om zorg af te schalen en kinderen niet live te zien."
Bij de huidige tweede golf gaan kinderartsen anders te werk, zegt Illy. "We hebben hiervan geleerd. Kinderartsen zullen kinderen nu fysiek zien als dat ook maar enigszins noodzakelijk is, als het niet verantwoord is om het kind via beeldbellen of een telefoongesprek te beoordelen. Nu hebben we de juiste aanpak."