Dinsdagmiddag 20 september sprak Willem-Alexander op Prinsjesdag de Troonrede uit en presenteerde het kabinet de Miljoenennota. Wat MIND opvalt is dat aandacht voor mentale gezondheid grotendeels in de Troonrede ontbrak. Terwijl dit onderwerp de volle aandacht verdient van Kabinet, beleidsmakers bij de ministeries en van onze volksvertegenwoordigers. Juist nú. De druk op mensen en de maatschappij is hoog. Er zijn vele zorgen en spanningen vanwege crises die mensen persoonlijk raken. Hoge kosten, schulden en onzekerheden leiden tot stress. Juist nu moeten we ervoor zorgen dat klachten niet verder oplopen en mensen op tijd passende zorg krijgen. En dat mentale gezondheid in de verschillende departementale begrotingen een stevige plek heeft. Maar de beperkte en versnipperde subsidiepotjes voor preventie die hiervoor in de Miljoenennota staan, gaan die ambities niet realiseren.
Tijdens corona merkten we het al, en ook de huidige zorgen die op ons afkomen, zullen aantonen; onze mentale gezondheid is kwetsbaar. Een maatschappij waarin jongeren lijden onder prestatiedruk, veel mensen nog de gevolgen van de coronacrisis ervaren, steeds grotere groepen kampen met geldzorgen en krapte op de arbeidsmarkt de werkdruk verhoogt, zal leiden tot meer psychische klachten. Juist nu moeten we ervoor zorgen dat we oog hebben voor onszelf en elkaar. We zien in de Rijksbegroting echter teleurstellend weinig budget voor preventie van mentale klachten. Het onderwerp komt slechts in versnipperde potjes terug. Juist op de begrotingen van sociale zaken en werkgelegenheid en van het onderwijs hadden wij in deze tijd ruime aandacht voor mentale gezondheid verwacht. Om de zorg houdbaar te maken, is het des te crucialer dat klachten nu niet te ver oplopen en iedereen de juiste steun kan krijgen.
Verschraling van de geestelijke gezondheidszorg
MIND is blij met de 30 miljoen euro die geoormerkt is om de wachtlijsten weg te werken. Wij maken ons echter zorgen of de zorg voor iedereen toegankelijk blijft. We zien dat een deel van het zorgaanbod, de ongecontracteerde zorg, voor mensen straks onbetaalbaar wordt. Het nieuwe zorgbeleid doet daarnaast een groot beroep op onze zelfredzaamheid. De verschraling van het zorgaanbod rijmt niet met de ambitie om Nederlanders op de lange termijn mentaal gezond te houden. Ook de ambities voor de wachttijden zijn wat ons betreft niet concreet genoeg; gemiddelde wachttijden van vijf weken biedt ruimte aan regionale verschillen waardoor ook in de toekomst mensen lang, té lang, op geestelijke gezondheidszorg moeten wachten. Ook de weg naar zorg verschraalt; huisartsen hebben onvoldoende tijd voor hun patiënt. Voor mensen met psychische klachten is de huisarts het eerste aanspreekpunt: zodra klachten ontstaan, bij een terugval, ter overbrugging tijdens het wachten op zorg en/of bij de nazorg na een behandeling.
Doorpakken in de jeugdzorg
Hoe vaak moet nog aan de bel worden getrokken? Het gaat niet goed in de jeugdzorg. Deze week werd de alarmklok opnieuw geluid; dit keer door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. In de plannen van het Kabinet wordt verwezen naar de Hervormingsagenda Jeugd die al ruim een jaar in de maak is. Het ontbreekt aan een concreet tijdpad om de problemen in de jeugdzorg en specifiek de jeugd-ggz snel op te lossen. Ook is onduidelijk of het budget dat beschikbaar is voor gemeenten, toereikend is om de tekorten en problemen in de jeugdzorg duurzaam op te lossen.
Werken wordt de norm; maar arbeidspotentieel blijft onbenut
Eén van de actuele uitdagingen in onze economie is de krapte op de arbeidsmarkt. Wat ons betreft moet er veel meer geïnvesteerd worden om mensen met psychische problemen aan het werk te krijgen of aan het werk te houden. Slechts 8% van alle werkgevers heeft momenteel iemand met psychische, verstandelijke of lichamelijke beperking in dienst. Werk en inkomen dragen in belangrijke mate bij aan het herstel van mensen die te maken krijgen met psychische ontwrichting. Door hier stevig op in te zetten kan een deel van het capaciteitsprobleem worden opgelost én krijgen mensen de zingeving en bestaanszekerheid waar zij behoefte aan hebben. Het is daarbij van belang om niet te pushen op fulltime werken maar mensen de kans te bieden naar vermogen mee te doen op de arbeidsmarkt.
Door: Nationale Zorggids