Normal_nationale_ombudsman

(Novum) - De overleggroep die toezicht houdt op de behandeling van gevangenen functioneert onvoldoende. Bij het Nationaal Preventie Mechanisme (NPM) ontbreekt een visie, is geen samenwerking en lopen gesprekken steeds vast. Dat schrijft de Nationale Ombudsman donderdag. Hij wil daar geen verantwoordelijkheid voor dragen en stapt daarom uit het NPM.

Het NPM, gecoördineerd door de Inspectie Veiligheid en Justitie, werd in 2011 opgericht en is bedoeld voor toezicht op mensen die niet vrij mogen bewegen. Het gaat om jongeren met gedragsproblemen, psychiatrische patiënten of gedetineerden.

De ombudsman laakt het ontbreken van een visie bij het NPM. "Jaarverslagen zijn helaas niet meer dan een opsomming van activiteiten die ook zonder het bestaan van het NPM zouden zijn uitgevoerd. "

Volgens de ombudsman zijn de discussies tijdens bijeenkomsten bovendien 'maar weinig productief'. Ook willen de leden, naast de Inspectie Veiligheid en Justitie ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Inspectie Jeugdzorg en de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, niet of nauwelijks samenwerken. "Een goede samenwerking zou een NPM-netwerk kunnen opleveren dat meer is dan de som der delen", betoogt de ombudsman.

De onafhankelijkheid van de NPM is bovendien niet boven elke twijfel verheven. "De inspecties opereren in Nederland dicht tegen de politieke leiding van hun ministeries. Het NPM moet onafhankelijk zijn en deze nabijheid is problematisch voor zover het deelname aan het NPM betreft."

Op basis van de problemen concludeert de Ombudsman dat de NPM onvoldoende functioneert. "Wij hebben niet de verwachting dat zaken ten goede gaan veranderen. Dat betreuren wij. Gelet hierop hebben wij besloten om niet langer als toehoorder deel te nemen."