De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert het ministerie van Volksgezondheid om een eventuele aanpassing in het verrekenen van het eigen risico zorgbreed te onderzoeken. Er zijn vooral mogelijkheden voor ggz-patiënten om het afrekenen van het eigen risico te verbeteren, ziet de NZa. Als dit echter alleen in een deel van de zorg gebeurt, dan kan dit een ongewenst effect hebben in andere sectoren. Daarbij is een verschillend systeem van eigen risico niet duidelijk voor de patiënt, meldt de NZa.
Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid onderzocht de toezichthouder of het mogelijk is om in de ggz te gaan werken met een vast bedrag aan eigen risico per behandeling. Door de invoering van het zorgprestatiemodel gaat ongeveer 9 procent van de ggz-patiënten meer eigen risico betalen dan voorheen. Dit geldt voor patiënten die korte tijd in behandeling zijn, maar waarvan de behandeling in twee verschillende kalenderjaren plaatsvindt. In de oude bekostiging werd het eigen risico alleen aangesproken in het jaar dat de behandeling werd gestart.
Verrekening beste keuze
De NZa verkende de verschillende mogelijkheden en kwam tot de conclusie dat voor de ggz een verrekening van het eigen risico per zorggebeurtenis de beste keuze lijkt voor patiënten. Zo is het voor hen meteen duidelijk hoeveel eigen risico ze moeten betalen en zijn ze, totdat het eigen risico helemaal verbruikt is, minder kwijt aan eigen risico per afspraak.
Voor zorgverzekeraars leidt een aanpassing tijdelijk wel weer tot meer administratieve lasten. Dat deze optie de beste keuze is voor de ggz, wil overigens niet zeggen dat dit ook zo is voor andere delen van de zorg. Ook is niet duidelijk wat het effect hiervan is op andere delen van de zorg. Het advies aan het ministerie van Volksgezondheid is dan ook om de mogelijkheden voor een eventueel aanpassing van de verrekening van het eigen risico zorgbreed te onderzoeken.
Door: Nationale Zorggids