Artsen zijn tevreden over de meeste aspecten van hun werk. Artsen die hun gewenste specialisatieopleiding volgden blijken meer tevreden dan collega’s die daar niet in slaagden. De tevredenheid van artsen over hun werk verschilt per loopbaanfase, geslacht en specialisatie. Het minst tevreden zijn artsen over aspecten die met de organisatie van het werk samenhangen. Dit blijkt uit een proefschrift van UMCG-promovendus Lodewijk Schmit Jongbloed. Dat meldt het UMCG.
Artsen die de specialisatieopleiding van hun eerste voorkeur konden volgen blijken meer tevreden over hetgeen zij professioneel hebben bereikt, waardering van ondersteunend personeel en waardering van patiënten dan collega’s die daar niet in slaagden. Eén op de vier basisartsen slaagt er niet in een plaats te bemachtigen in de vervolgopleiding van eerste keuze. Een belangrijke oorzaak is de onevenredig grote belangstelling voor een beperkt aantal klinische specialismen. Schmit Jongbloed pleit er voor om te onderzoeken of decentrale selectie is te gebruiken voor het aantrekken van studenten met competenties die te passen bij minder populaire specialismen.
De loopbaanfase waarin een arts zich bevindt, zorgt voor verschil in de arbeidstevredenheid. Artsen aan het eind van hun loopbaan zijn meer tevreden over waardering van patiënten maar minder tevreden over waardering van ondersteunend personeel en inkomen in vergelijking met artsen in begin en midden van hun loopbaan.
Schmit Jongbloed toonde aan dat ook geslacht en specialisatie invloed hebben op de tevredenheid van artsen. Klinische specialisten blijken minder tevreden met de balans tussen werk en privé dan huisartsen en artsen in andere functies. Dit hangt waarschijnlijk samen met het hogere aantal nacht- en weekenddiensten. Artsen geven aan dat parttime werken een positief effect heeft op hun tevredenheid over de aspecten grip op planning van het werk en balans werk-privé. Die betere balans lijkt een belangrijke reden om te streven naar een werkweek van gemiddeld vier dagen. Anderzijds heeft een kleinere functieomvang een negatief effect op tevredenheid over hetgeen professioneel is bereikt. De kleinere functieomvang van vrouwelijke artsen ten opzichte van mannelijke artsen kan verklaren waarom zij minder tevreden zijn over hetgeen zij professioneel hebben bereikt dan mannelijke artsen.
Zijn onderzoek maakt volgens Schmit Jongbloed duidelijk dat maatwerk nodig is om de arbeidstevredenheid van artsen te vergroten. Hij concludeert dan ook dat rekening moet worden gehouden met loopbaanfase, geslacht en specialisatie; een “one size fits all”-benadering is niet zinvol.
Door: Redactie Nationale Zorggids