Buik

Een nauwkeurige screening van patiënten die een operatie ondergaan aan de dikke darm kan ervoor zorgen dat de kans op zogeheten naadlekkage, een gevaarlijke complicatie, flink kleiner wordt. De kans op naadlekkage kan sterk verminderd worden door zowel op voorhand de omstandigheden van de patiënt te screenen als naderhand een DNA-test op de darmbacteriën te doen. Dat blijkt uit het promotie-onderzoek van chirurg in opleiding Niels Komen van het Erasmus MC. 

Lekkage van de operatienaad bij een dikke darmoperatie is de meest voorkomende complicatie bij dit type operaties. De complicatie treedt op bij negen procent van de 10.000 mensen die jaarlijks een chirurgische ingreep aan hun dikke darm ondergaan. De kans op overlijden na zo’n operatie is dan aanzienlijk hoger dan wanneer geen naadlekkage optreedt. Ook liggen patiënten gemiddeld veel langer in het ziekenhuis, tot 47 dagen.
 
Komen concludeert dat het risico op naadlekkage beter kan worden ingeschat als de omstandigheden van de patiënt beter in kaart worden gebracht. Lijdt de patiënt aan slagaderverkalking, of slikt hij corticosteroïden (zoals prednison) dan loopt hij een verhoogd risico. In deze gevallen kunnen chirurgen ervoor kiezen eerder een beschermend stoma aan te leggen; dit verkleint de kans op naadlekkage en vermindert de ernst. 
 
Ná de operatie blijkt bovendien een DNA-test op de darmbacteriën in het vocht uit de wonddrain van grote voorspellende waarde. Deze test kan al drie dagen na de operatie uitsluiten of er naadlekkage zal optreden. Op dit moment kunnen artsen naadlekkage pas zes tot acht dagen na de operatie vaststellen.
 
 © Nationale Zorggids