De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Nederlandse Vereniging voor Plastische chirurgie (NVPC) blijven bij hun advies van januari 2012 aan vrouwen die een PIP- (of M-implants) prothese hebben om deze te laten onderzoeken op scheuren en lekkages en zo nodig preventief te laten verwijderen.
Aanleiding voor dit herhaalde advies is de recente publicatie van een rapport van de Europese wetenschappelijke commissie SCENIHR, waarin geconcludeerd werd dat er geen verhoogd gezondheidsrisico is voor de draagsters van PIP-implantaten. Er is echter wel vastgesteld dat de implantaten sneller scheuren en lekken dan siliconenimplantaten van andere merken. Voor IGZ en de NVPC voldoende reden om het advies te handhaven.
Net als in januari 2012 adviseert de inspectie samen met de NVPC, draagsters van een PIP- (of M-Implants) prothese om die in ieder geval te laten controleren op scheuren en lekkages. Aanbevolen wordt om dit te doen via een onderzoek met MRI. Indien er een scheur is, moet de prothese worden verwijderd. Ook als er geen scheur aantoonbaar is, is het raadzaam, om alsnog de protheses te laten verwijderen. Hierbij moet in overleg met de arts het risico van de operatie en eventuele kosten voor nieuwe protheses worden afgewogen tegen het risico van het laten zitten van de implantaten. Indien de protheses niet worden verwijderd is regelmatige controle nodig.
Implantaten van PIP en M-implants kunnen sneller scheuren en lekken en zijn niet volgens de geldende eisen geproduceerd. Dit is voor de NVPC en de inspectie voldoende reden om het advies uit januari 2012 ongewijzigd te laten. PIP-implantaten zijn ook onder de merknaam M-implants in de handel gebracht. Overigens geldt voor alle borstimplantaten dat het risico op scheuren en lekken toeneemt naarmate ze langer geïmplanteerd zijn. Regelmatige controle van de implantaten en vervanging indien er sprake is van scheuren, lekkages of lokale klachten is daarom belangrijk voor alle draagsters van borstimplantaten.
© Nationale Zorggids