Het marburgvirus is een zeldzaam, maar zeer gevaarlijk virus dat behoort tot de familie van de filovirussen, dezelfde groep als het beruchte ebolavirus. Het virus veroorzaakt een zogenaamde virale hemorragische koorts, een ernstige ziekte met een sterftepercentage dat kan oplopen tot 88 procent. Het virus werd voor het eerst geïdentificeerd in 1967, tijdens uitbraken in Marburg en Frankfurt (Duitsland) en in Belgrado (Servië), toen onderzoekers die met Afrikaanse groene apen werkten, ziek werden. Welke klachten het marburgvirus veroorzaakt en wat de risico's zijn voor Nederland, lees je in dit artikel.
Het marburgvirus wordt overgedragen door direct contact met besmette lichaamsvloeistoffen, zoals bloed, speeksel of urine, van geïnfecteerde mensen of dieren (vooral vleermuizen). De symptomen van de ziekte beginnen abrupt en omvatten hoge koorts, ernstige hoofdpijn en spierpijn. In de loop van de ziekte kunnen mensen ook braken, diarree en bloedingen krijgen, zowel inwendig als uitwendig. Iemand is pas besmettelijk bij zichtbare of voelbare klachten. Mocht iemand asymptomatisch zijn, dan veroorzaakt dat dus geen klachten. Hoesten en niezen zijn geen gevaren voor overdracht.
Marburgvirus risico voor Nederland?
Hoewel het Marburgvirus voornamelijk in Afrika voorkomt, zijn er altijd enkele risico’s voor Nederland. De meest voor de hand liggende route waarop het virus Nederland kan bereiken, is via reizigers die naar endemische gebieden zijn geweest. Mensen die besmet raken in landen waar het virus actief is, kunnen bij terugkeer naar Nederland ziek worden. Directe overdracht van het virus in Nederland blijft echter onwaarschijnlijk vanwege de goed ontwikkelde gezondheidszorg en quarantaineprotocollen. Het risico op een uitbraak is dus erg laag, maar waakzaamheid is geboden.
Behandeling marburgvirus
Er is momenteel geen specifieke behandeling voor een marburg-infectie, ondersteunende zorg zoals hydratatie en behandeling van specifieke symptomen kunnen de overlevingskansen enkel vergroten. Wereldwijd doen wetenschappers onderzoek naar vaccins en antivirale behandelingen voor zowel het marburg- als ebolavirus. Preventieve maatregelen zoals het vermijden van contact met besmette mensen en dieren, en het zorgvuldig opvolgen van medische richtlijnen zijn essentieel voor risicogebieden.
Marburguitbraak in Rwanda
De zorgen over het marburgvirus ontstonden na een recente uitbraak in Rwanda, waar tientallen mensen eind september mee besmet raakten. Slechts twaalf zijn ervan hersteld. Inmiddels heeft het Afrikaanse land laten weten de uitbraak onder controle te hebben en dat maatregelen die het virus moeten indammen effectief zijn. Hoewel er dus geen medicijn tegen marburg is, konden 700 Rwandese zorgverleners gebruikmaken van een experimenteel vaccin van non-profit fabrikant Sabin. Ongeveer 70 procent van de zieken, werkte namelijk in de zorg. De WHO heeft daarnaast vijfduizend doses van remdesivir, een antiviraal middel dat ook wordt ingezet tegen ebola. Het medicijn roeit het virus in iemands lichaam niet uit, maar verlicht de ziekte wel.
Protocollen en isolatie
Hoewel het risico op het marburgvirus in Nederland klein is, blijven internationale reizen en het risico van geïsoleerde gevallen reden tot zorgen. Nederlandse gezondheidsinstanties hebben tegelijkertijd goede protocollen om eventuele besmettingen snel te herkennen en in te dammen met bijvoorbeeld snelle isolatie.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky