Huisartsen hebben vorige week weer meer verwijzingen kunnen doen voor hun patiënten naar ziekenhuizen en zelfstandige klinieken. Vorige week was dit 80 procent van het verwachte aantal verwijzingen zonder corona. In de voorafgaande weken lag dit percentage lager, rond de 72 procent. Bij verwijzingen voor gezondheidsklachten die kunnen duiden op kanker is een vergelijkbare ontwikkeling zichtbaar. Ook de stijgende trend in het aantal verwijzingen naar de ggz zet door. Dit meldt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Het geschatte aantal gemiste verwijzingen naar ziekenhuiszorg loopt nog wel op, maar minder hard dan de afgelopen weken. Het gaat sinds de corona-uitbraak in maart om 1,05 miljoen minder verwijzingen dan onder normale omstandigheden verwacht zou worden.
Gezondheidsschade
Dat huisartsen minder verwijzen, betekent niet dat al deze mensen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Een deel van deze zorg zal niet ingehaald worden, bijvoorbeeld omdat patiënten door de huisarts behandeld kunnen worden of omdat klachten vanzelf over gaan. Maar er wordt ook zorg uitgesteld waardoor gezondheidsschade ontstaat. Daarover maakt de NZa zich zorgen. De oproep blijft dan ook om contact op te nemen met de huisarts bij gezondheidsklachten.
Verwijzingen naar ggz
Bij het aantal verwijzingen naar de ggz is te zien dat de stijgende trend die voorgaande weken is ingezet, doorzet. Het totaal aantal verwijzingen lag vorige week boven het niveau van 2019 en is bijna vergelijkbaar met de verwachte aantallen. Deze stijging komt vooral door een hoger aantal verwijzingen voor jongeren en kinderen. Voor ouderen blijft het aantal verwijzingen achter. Het gaat – sinds het begin van de coronacrisis – in totaal om ruim 79.000 minder verwijzingen naar de ggz dan verwacht zonder corona.
Door: Nationale Zorggids