Op de Spoedeisende Hulpafdelingen van de ziekenhuizen zijn op 31 december en 1 januari 396 slachtoffers van een vuurwerkongeval behandeld, meldt VeiligheidNL. Bij de vorige jaarwisseling waren het er 434, dus er is een daling van 9 procent ten opzichte van 2017-2018.
Bij de Huisartsenposten werden tijdens de laatste jaarwisseling naar schatting zo’n 800 slachtoffers met lichtere letsels behandeld. Dat waren er meer dan de vorige keer: toen waren het er ongeveer 700.
Precies de helft van de vuurwerkslachtoffers op de Spoedeisende Hulp was jonger dan 20 jaar (vorig jaar was dat 52 procent).
Vuurwerkbril
De meest voorkomende letsels waren zoals altijd brandwonden en oogletsel. "Opvallend is dat jongeren onder de 20 jaar relatief meer brandwonden opliepen en vuurwerkslachtoffers van 20 jaar of ouder relatief meer oogletsel", zegt VeiligheidNL. Dat komt volgens de organisatie mogelijk doordat volwassenen minder vaak een vuurwerkbril opzetten dan kinderen.
Illegaal vuurwerk
Het meeste letsel op de Spoedeisende Hulp (SEH) kwam door vuurpijlen, illegale nitraten, sierpotten of -fonteinen en cakeboxen. In totaal werd 27 procent van de kwetsuren op de SEH-afdelingen veroorzaakt door illegaal vuurwerk (5 procent meer dan vorig jaar). Dit soort vuurwerk veroorzaakt ook de ernstigste verwondingen.
VeiligheidNL inventariseerde het jaarlijkse leed met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) en InEen, vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg en huisartsenposten.
Door: ANP