De opleiding voor huisartsen in Nederland wordt door huisartsen-in-opleiding en recent afgestudeerde huisartsen als voldoende beoordeeld. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL).
De kwaliteit van de huisartsopleiding werd begin 2014 gemeten door alle huisartsen-in-opleiding van dat moment, en de in 2012 en 2013 afgestudeerde huisartsen te benaderen met een vragenlijst. De enquête van het NIVEL werd ingevuld door 59 procent van alle huisartsen-in-opleiding en 48 procent van de afgestudeerde huisartsen.
Huisartsen-in-opleiding en recent afgestudeerde huisartsen geven een hoge waardering aan de mate waarin huisartsopleiders een goede leeromgeving creëren en ruimte bieden om zelfstandig te kunnen werken en leren. Ook is er een hoge waardering voor de frequentie van de ‘leergesprekken’ met de huisartsopleiders en de aandacht voor de competentiegebieden ‘medisch handelen’, ‘professionaliteit’ en ‘samenwerken’ tijdens vrijwel alle opleidingsonderdelen.
Wel zijn er ook verbeterpunten. Slechts dertig procent van de respondenten is tevreden over de mate waarin tijdens het onderwijs aandacht wordt besteed aan verschillende aspecten van de ‘organisatie van de praktijk’ zoals onderhandelen met zorgverzekeraars of personeelsmanagement en beoordeelt dit als voldoende. Verder is de frequentie van formele leermomenten – zoals het nabespreken van een consult op video – vaak minder dan één keer per week, vooral in de klinische stage. Ook zien veel respondenten geen toegevoegde waarde van het leerplan.
© Nationale Zorggids