Logo_logo_instituut_voor_verantwoord_medicijngebruik_ivm

Bij het voorschrijven van medicijnen aan patiënten met diabetes blijken huisartsen steeds vaker te kiezen voor een van de nieuwe diabetesmiddelen, terwijl deze niet worden aanbevolen in de standaarden van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Dat meldt het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM).

Hierdoor bedragen de kosten van de nieuwe middelen inmiddels 68 procent van het totaalbedrag dat in totaal beschikbaar is voor diabetesmedicatie. Vorig jaar schreven de huisartsen de nieuwe middelen aan zeker tienduizend patiënten voor. Het IVM constateert dat huisartsen bij de behandeling van diabetes in bijna een kwart van alle gevallen waarbij een extra geneesmiddel nodig is kiest voor één van de nieuwe glucoseverlagende middelen.

Apotheker Anke Lambooij van het IVM noemt dit percentage 'schrikbarend hoog', vooral omdat er veel goedkopere alternatieven zijn die net zo goed werken en waar bovendien veel meer ervaring mee is. Een mogelijke verklaring voor het voorschrijfgedrag van de huisartsen is de marketing van de farmaceutische industrie. 'De industrie maakt veel reclame voor de nieuwe middelen, terwijl dat bij de oudere middelen niet meer gebeurt', zegt Lambooij.

De nieuwe geneesmiddelen zijn niet alleen een stuk duurder dan de oude middelen, ook is er nog weinig bekend over eventuele complicaties en de veiligheid bij langdurig gebruik, zo waarschuwt het IVM. Mede om deze reden hebben de nieuwe middelen in de onlangs verschenen NHG-richtlijn niet de voorkeur. Op grond van de richtlijn zouden ze alleen in uitzonderingsgevallen voorgeschreven moeten worden.

© Nationale Zorggids