Op 8 september vond de 2500ste intra-uteriene bloedtransfusie van Nederland plaats. Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) is het enige Nederlandse ziekenhuis dat deze behandeling uitvoert. Al 35 jaar red deze behandeling in de baarmoeder het leven van ongeboren kinderen met ernstige bloedarmoede. Een mooie moment om stil te staan bij de waarde van deze ingreep. Dat meldt het LUMC.
Bloedarmoede van de foetus behandelen ín de baarmoeder. Dat klinkt als een geavanceerde nieuwe behandelmethode, maar werd al voor het eerst in 1965 uitgevoerd in Leiden. In 1987 is de huidige techniek geïntroduceerd en nu, 35 jaar later, vindt de 2500ste bloedtransfusie in de baarmoeder plaats. Daarmee is het de meest uitgevoerde foetale behandeling in Nederland.
Zonder een bloedtransfusie komen foetussen met ernstige bloedarmoede vaak te overlijden, of ze houden er chronische handicaps op na. De meest voorkomende oorzaak van ernstige bloedarmoede bij ongeboren kinderen is rhesusziekte. Het bloed van de moeder is dan rhesus-negatief en dat van het kindje rhesus-positief. De moeder maakt hierdoor antistoffen tegen de rode bloedcellen van het kindje waardoor deze worden afgebroken en bloedarmoede ontstaat.
Minder ingrepen
Verpleegkundige Jennie Verdoes en arts prenatale geneeskunde Katinka Teunissen zijn allebei al bijna 30 jaar betrokken bij deze unieke behandeling. In die periode is er veel veranderd. “Waar we vroeger wel meer dan 100 transfusies per jaar uitvoerden, ligt dat nu op ongeveer 50”, zegt Verdoes. Dat komt onder andere door betere screening, waardoor zwangere vrouwen met een hoog risico eerder in beeld zijn, en betere behandelingen. “Zo kunnen we nu met het medicijn antiRd-immunoprofylaxe veel ziektegevallen voorkomen”, zegt Teunissen. Hierdoor is ernstige bloedarmoede bij de foetus een zeldzaam ziektebeeld geworden.
Wachtkamer
“Zwangere vrouwen die een hoog risico hebben op rhesusziekte zien we wekelijks op het spreekuur”, zegt Teunissen. “Aan de hand van een echo en bloedonderzoek kijken we of een transfusie al noodzakelijk is voor het kindje.” De vrouwen worden dus nauwgezet gevolgd tijdens hun zwangerschap. “We werken samen toe naar hun transfusie en dat creëert een band tussen arts en patiënt. Maar ook tussen de patiënten zelf, die elkaar vaak beginnen te herkennen in de wachtkamer.”
Magisch
Bloedtransfusies in de baarmoeder vragen om een goede voorbereiding en nauwkeurige aanpak. Met een lange dunne naald prikt de foetaal chirurg, onder begeleiding van een arts prenatale geneeskunde en een verpleegkundige, via de buik van de moeder een bloedvat aan in de placenta of een bloedvat van de foetus. De overleving na deze ingreep ligt hoog, zo’n 97 procent. Dat komt volgens Verdoes en Teunissen onder andere door de geoliede machine dat dit team vormt. “De chirurgen, verpleegkundigen en artsen prenatale geneeskunde werken al ontzettend lang met elkaar”, zegt Verdoes. “Daar ligt onze kracht.”
Samen hebben ze dus al 2500 transfusies uitgevoerd. Maar een routineklus, dat wordt het nooit, benadrukken Verdoes en Teunissen. “Ik blijf het magisch vinden. Met een relatief simpele ingreep, waar we maar hele kleine hoeveelheden bloed voor nodig hebben, kunnen we een leven redden. Een leven dat je nog niet met eigen ogen hebt gezien”, zegt Teunissen. “Daarnaast is elke ingreep weer anders, en we kunnen echt nog een euforisch ‘yes’-gevoel hebben met het team als alles in een keer goed gaat”, voegt Verdoes toe.
Snel optreden
Bloedtransfusies in de baarmoeder worden in Nederland alleen in het LUMC uitgevoerd. Dit heeft als voordeel dat er snel opgetreden kan worden en er goed onderzoek gedaan kan worden naar dit zeldzame ziektebeeld. Het foetale team in het LUMC streeft naar verbetering van de screening, diagnostiek en behandeling van rhesusziekte. Dit doet het niet alleen in Nederland, maar ook met een wereldwijde registratie en onderzoek in bijvoorbeeld Tanzania, waar deze ziekte nog steeds een groot probleem is.
Door: Nationale Zorggids