Artsenfederatie KNMG houdt een falend systeem van arbeidsgerichte zorg in stand, daar waar werknemers aangewezen blijven op een bedrijfsarts. Dit stelt de FNV bij de publicatie van de KNMG-visie ‘Zorg die werkt’. De KNMG stelt dat ‘alle werkenden’ recht hebben op een arts die hun belangen behartigt, behalve degenen die al vallen onder het gezag van een arbodienst of bedrijfsarts. En dat zijn per saldo alle werknemers in loondienst. Dit meldt FNV.
FNV vicevoorzitter Mariëtte Patijn: “Die zorg werkt zo dus niet. Want de bedrijfsarts blijft ook in deze nieuwe visie een werkgeversvriend, hij wordt door de baas betaald. De werknemer is vogelvrij en moet vaak onder onverantwoorde druk weer aan het werk. Daar komen ongelukken van.” Al in 2010 pleitte de FNV in de nota ‘Fit naar de Finish’ voor een arts die veel meer oog heeft voor het belang van de werknemer. Net als in de reguliere zorg moet de zieke zelf centraal staan. De FNV had gehoopt dat ook de KNMG nu de commerciële arbeidsgeneeskunde zou afwijzen.
Per 1 juli worden de nieuwe bepalingen in de Arbowet en het Arbobesluit van kracht. Daarin is de mogelijkheid van een second opinion voor de werknemer geregeld. De KNMG wijst hierop als alternatief voor werknemers in loondienst. Recht op een second opinion door een onafhankelijke bedrijfsarts klinkt goed, maar de uitwerking ervan biedt volgens de FNV onvoldoende verbetering van de bestaande situatie. Werknemers zijn namelijk niet vrij in de keuze van de bedrijfsarts voor de second opinion.
In de voorstellen van de FNV begeleidt een onafhankelijk arts de werknemer bij ziekte en re-integratie. Anderzijds kan de arts in opdracht van een werkgever adviseren over preventie. De arts arbeid en gezondheid kan dus beide taken vervullen, maar niet in hetzelfde bedrijf.
Door: Redactie Nationale Zorggids