UTRECHT (Novum) - De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) roept neurochirurg Kees Tulleken op het matje. De inspectie wil volgens een woordvoerder in gesprek met de arts om duidelijkheid te krijgen over uitspraken die hij de afgelopen dagen heeft gedaan over schending van het beroepsgeheim.
Tulleken is de man van NRC-journaliste Jannetje Koelewijn. Zij schreef zaterdag over de gezondheidstoestand van de onder een lawine bedolven prins Friso en baseerde zich daarbij op een gesprek van haar echtgenoot met een arts van het ziekenhuis waarin de prins ligt.
Volgens Koelewijn heeft Friso geen schedelbasisfractuur. Het grootste probleem zou de ademnood zijn waarin de prins twintig minuten heeft verkeerd nadat hij werd bedolven onder de sneeuw. Zondag schreef de NRC-journaliste dat op een 24 uur na het ongeluk gemaakte MRI-scan van de hersenen van de prins geen bijzonderheden zijn te zien.
De publicaties kwamen Koelewijn en Tulleken op een flinke portie kritiek te staan. Zo zou het medisch beroepsgeheim met voeten zijn getreden. Tulleken zei zaterdag echter dat hij mythevorming rond het letsel van prins Friso wil voorkomen. Oostenrijkse media hadden eerder gemeld dat Friso een schedelbasisfractuur heeft. Als dat het geval was, dan zou dat de prognose van de prins in combinatie met de ademnood waarin hij heeft verkeerd een stuk slechter maken, gaf hij aan.
In de Volkskrant gaf de neurochirurg maandag aan dat hij wist dat hij een grens overschreed. "Ik ben 71, ik ben niet helemaal een leek", aldus Tulleken, die twaalf jaar in het Centraal Medisch Tuchtcollege heeft gezeten. "Maar ik heb me voorgenomen me nooit schijterig te gedragen uit angst voor het tuchtcollege."
Als hij voor veilig was gegaan, dan had hij zijn mond gehouden, stelt hij. "Maar dan ben je wel een lul van een dokter. Ik ben te goeder trouw. Wat ik zou willen, is dat er elk half uur een medisch bulletin is, zodat het Nederlandse volk alles op de voet kan volgen", tekende de krant op uit zijn mond.
De woordvoerder van de IGZ geeft aan dat de inspectie ook toezicht houdt op het medische beroepsgeheim. "Hij heeft daar uitspraken over gedaan en dat is een aanleiding voor ons om met hem in gesprek te gaan. We willen graag bij de bron zelf beginnen." Het gesprek moet op korte termijn plaatsvinden.