Nieuw onderzoek van het Amsterdam UMC toont aan dat verschillende soorten dementie vroegtijdig zijn op te sporen via het netvlies van het oog. Veranderingen die na het overlijden in de hersenen van patiënten met frontotemporale dementie (FTD) zijn gevonden, zijn ook in het netvlies te zien. Onderzoeker Frederique Hart de Ruijter stelt dat de bevindingen nieuwe mogelijkheden bieden voor behandeling en medicatiegebruik bij dementie. Dit meldt het Amsterdam UMC.
FTD was voorheen alleen vast te stellen met een autopsie na het overlijden van een patiënt. Zit het eiwit TDP-43 in de hersenen, dan betekent het dat iemand deze vorm van dementie had. FTD lijkt nu ook met een oogscan op te sporen, tijdens het leven. “Mensen kunnen hierdoor in een vroeg stadium, mogelijk al jaren voordat de eerste symptomen optreden, ontdekken of ze een vorm van dementie hebben”, legt Hart de Ruijter uit. Patiënten kunnen zich hierdoor beter voorbereiden op de toekomst, maar ook bijdragen aan onderzoek naar nieuwe behandelingen en geneesmiddelen voor dementie.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky